uitleg nettoloon

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het einde van de les
Kunnen jullie de begrippen brutoloon en nettoloon uitleggen.
Weten jullie welke bedragen op je loon worden ingehouden.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weten jullie al over het brutoloon?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weten jullie al over het nettoloon?

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zou je met je eerste nettoloon kopen?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Van bruto- naar nettoloon
Isa heeft een brutoloon van 2000 euro. Ze betaalt 150 euro aan belasting en 40 euro aan premies. Haar nettoloon is dan:
nettoloon = brutoloon - inhoudingen
2000 - 150 - 40 = 1810

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is je brutoloon?
A
Het loon waarover je al belasting hebt betaald
B
Het loon waarover je nog belasting moet betalen

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is hoger? Het nettoloon of het Brutoloon
A
Nettoloon
B
Brutoloon

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van de twee krijg je op je bankrekening gestort?
A
Brutoloon
B
Nettoloon

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er met je brutoloon als je belasting en premie betaalt?
A
Het brutoloon stijgt
B
Het brutoloon daalt
C
Het brutoloon blijft gelijk

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Berend heeft een brutoloon van 1500 euro per maand. Hij betaalt 80 euro aan belasting en 30 euro aan premie. Hoeveel is nu zijn nettoloon?
A
1420
B
1450
C
1390
D
1385

Slide 14 - Quiz

Brutoloon - inhoudingen = nettoloon
Sara heeft een brutoloon van 400 euro. Haar nettoloon is 380 euro. Hoeveel betaalt ze aan inhoudingen? Schrijf een berekening op.

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Sem betaalt 40 euro aan belasting en premies. Zijn nettoloon is 400 euro. Wat is nu zijn brutoloon?
A
440
B
450
C
360
D
10

Slide 16 - Quiz

Brutoloon - inhoudingen = nettoloon
Schrijf 2 dingen die je deze les hebt geleerd.

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions