H3 - week 47 - Les 2 - Grammatica woordsoorten - Herhalen Havo 2

Welkom!

Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl


1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom!

Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl


Slide 1 - Diapositive

- Dagopening
- Stillezen
- Grammatica woordsoorten uit H2 - hww, zww, kww
- Aan de slag: oefening op papier


Planning deze les:

Slide 2 - Diapositive

- Je kent de theorie van grammatica woordsoorten: kww, zww, hww
- Je kunt deze toepassen;
- Je kunt in een zin aangeven of iets een werkwoordelijk gezegde is of een naamwoordenlijk gezegde
- Je kunt in samengestelde zinnen alle ww benoemen. 
Doel van de les

Slide 3 - Diapositive

Stillezen
timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Hoofdzin:
- In een hoofdzin staan de persoonsvorm en het onderwerp (bijna) altijd naast elkaar. 

Bijzin:
- De bijzin is vaak een onderdeel van de hoofdzin, je kunt hem vaak vervangen voor één woord
- In een bijzin hoeven de persoonsvorm en het onderwerp niet naast elkaar te staan. 





Hoofdzin of bijzin?

Slide 5 - Diapositive

Er bestaan twee soorten zinnen:

1. Het onderwerp doet iets of deed iets;
2. Het onderwerp is iets.

In zin 1 zit een werkwoordelijk gezegde
In zin 2 zit een naamwoordelijk gezegde. 
Actief of 'staat van zijn'
Het is of/of, niet en/en

Slide 6 - Diapositive

Het werkwoordelijk gezegde =
Het OW doet iets - Alle werkwoorden in een zin (alleen werkwoordelijk deel)

Het naamwoordelijk gezegde =
het OW is of wordt iets - werkwoorden (werkwoordelijk deel) + wat erover het OW gezegd wordt (naamwoordelijk deel) 
Werkwoordelijk of naamwoordelijk

Slide 7 - Diapositive

Het werkwoordelijk gezegde =
Alle werkwoorden in een zin (alleen werkwoordelijk deel)
- De bal rolde over het veld

Het naamwoordelijk gezegde =
werkwoorden (werkwoordelijk deel) + wat erover het OW is of wordt (naamwoordelijk deel)
- De bal is (werkwoordelijk deel) rond (naamwoordelijk deel)
Werkwoordelijk of naamwoordelijk

Slide 8 - Diapositive

Verschil in werkwoord

Jip is boos - is koppelt boos aan Jip
Jip geeft de planten water - Geeft laat een actie zien

Is noem je hier een koppelwerkwoord
Er zijn zes koppelwerkwoorden: zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen.
Werkwoordelijk of naamwoordelijk

Slide 9 - Diapositive

Welke opbouw heeft deze zin?

Yorick moet zich haasten, maar de trein van tien over zeven redt hij nog net.
A
H+B
B
H+H
C
B+H

Slide 10 - Quiz

Welke opbouw heeft deze zin?

Toen er duiven in haar tuin broedden, heeft Masha elke dag een foto van het nest gemaakt.
A
H+B
B
H+H
C
B+H

Slide 11 - Quiz

Welke opbouw heeft deze zin?

Omdat luiaards een trage stofwisseling hebben, hoeven ze maar één keer per week naar de grond voor hun behoefte.
A
H+B
B
H+H
C
B+H

Slide 12 - Quiz

Hulpwerkwoord, zelfstandig werkwoord en koppelwerkwoord

Stap 1: wat zijn de enkelvoudige zinnen?
Stap 2: Zit er in de enkelvoudige zin een naamwoordelijk of een werkwoordelijk gezegde?
Stap 3: Wat zijn alle werkwoorden in die zin? 

NG = KWW + HWW
WG = ZWW + HWW


Werkwoorden in samengestelde zin

Slide 13 - Diapositive

Hulpwerkwoord, zelfstandig werkwoord en koppelwerkwoord

Stap 1: wat zijn de enkelvoudige zinnen? (zoek alle pv's)
Stap 2: Zit er in de enkelvoudige zin een naamwoordelijk of een werkwoordelijk gezegde?
Stap 3: Wat zijn alle ww in die zin en wat voor ww zijn dat?

Wist je dat er in de winter van 1963 een autorally werd gehouden op het IJsselmeer?

Werkwoorden in samengestelde zin

Slide 14 - Diapositive

Wist je dat er in de winter van 1963 een autorally werd gehouden op het IJsselmeer?

welk ww is WIST?
A
zww
B
kww
C
hww

Slide 15 - Quiz

Wist je dat er in de winter van 1963 een autorally werd gehouden op het IJsselmeer?

welk ww is WERD?
A
zww
B
kww
C
hww

Slide 16 - Quiz

Wist je dat er in de winter van 1963 een autorally werd gehouden op het IJsselmeer?

welk ww is GEHOUDEN?
A
zww
B
kww
C
hww

Slide 17 - Quiz

Wat zijn de werkwoorden?
Aan de deur komen vaak mensen collecteren

Slide 18 - Question ouverte

Aan de deur komen vaak mensen collecteren
A
ng
B
wg

Slide 19 - Quiz

Aan de deur komen vaak mensen collecteren
Collecteren is hier:
A
ZWW
B
KWW
C
HWW

Slide 20 - Quiz

Aan de deur komen vaak mensen collecteren
komen is hier:
A
ZWW
B
KWW
C
HWW

Slide 21 - Quiz

Hulpwerkwoord, zelfstandig werkwoord en koppelwerkwoord

Stap 1: wat zijn de enkelvoudige zinnen?
Stap 2: Zit er in de enkelvoudige zin een naamwoordelijk of een werkwoordelijk gezegde?
Stap 3: Wat zijn alle werkwoorden in die zin? 

NG = KWW + HWW
WG = ZWW + HWW


Werkwoorden in samengestelde zin

Slide 22 - Diapositive

Wat ga je doen:
- werkblad maken in 15 minute
(ben je binnen 15 min. klaar, dan pak je je leesboek) 
- na 15 minuten lever je je blad in en krijg je die van iemand anders terug
- kijk hem na a.d.h.v. antwoorden op it's

Achteraf bespreken we hem. 
Grammatica herhalen
timer
15:00

Slide 23 - Diapositive

Voor de les:
- Leer de zinsdelen en woordsoorten uit havo 2: De Brug

In de les:
Start grammatica zinsdelen H2 (uit jullie eigen boek)

Succes!
Volgende les: 

Slide 24 - Diapositive