Paragraaf 1.1: Van vorstendommen tot kolonie (deel 1)

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Paragraaf 1.1: Van vorstendommen tot kolonie    (deel 1)

Wat weet je van Indonesië?

Nederlands Indië

Nederlands Indië in perspectief

Allemaal uniek

Indonesië = Sumatra, Java, Borneo, Celebes, de Molukken en Nieuw-Guinea (eilandengroep).
Jager-verzamelaars en landbouwsamenlevingen. 

Eerst het boeddhisme en hindoeïsme -> islam (vanaf 16e eeuw).

Vorsten en sultans

• Islamitische heersers.
• Schreven wetboeken, hieven belasting en voerden oorlogen met elkaar.
• Veel geld verdiend door de handel.
• GEEN eenheid dus!

Vorsten en sultans

Koninkrijk Soenda:

• Hindoeïsme
• Java
• Belangrijke havensteden: Jakarta en Bantam
• In 1579 verslagen en islamitisch.

Vorsten en sultans

Sultanaat Atjeh:

• Islam
• Sumatra
• Handel met India, China en Arabië -> sterke vloot
  

Ga aan de slag!

Maak opdracht 1 t/m 4 van paragraaf 1.1.

Eerder klaar?

Lees 'De VOC in Oost-Indië' op de volgende bladzijde en maak vraag 5 t/m 8.

1a. Handel met Azië:...

1. Cultureel
2. Economisch

1a. Gebruik van het schrift uit India:...

1. Cultureel
2. Economisch

1a. Bekering tot de islam:...

1. Cultureel
2. Economisch

1b. Zet de volgende gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger naar later.

A. De handel met volken in China komt op gang.
B. De islam wordt de belangrijkste religie op de eilanden.
C. Er komen Europese schepen aan op de Indische eilanden.
D. Er ontstaat boeddhistische en hindoeïstische kunst.

De juiste volgorde is: A, D, B, C.

3. Waarom was Atjeh een belangrijke schakel in de handel tussen de Indische eilanden en het vasteland van Azië?

Atjeh lag helemaal in het noorden

van Sumatra. Het lag op een Indisch

eiland, maar ook heel dicht bij het

vasteland. Schepen vanuit het

westen kwamen als eerste in Atjeh.

Het gebied lag dus heel strategisch.

4b. Beschrijf wat bron 2 je vertelt over het leven op Sumatra op economisch, bestuurlijk en cultureel gebied.

– op economisch gebied: mensen drijven handel met stukken tin en Chinees goud. Er groeien veel specerijen.

– op bestuurlijk gebied: er is een admiraal die de scheepvaart in de gaten houdt.

– op cultureel gebied: deze inwoners zijn moslim, in de buurt wonen mensen

met een ander geloof (hindoes of

boeddhisten).

De VOC komt

• Eerst: Portugese, Chinese en Arabische handelaren.
• Na 1596: Nederlandse handelaren.
• Op zoek naar dé specerijenroute.
• Begin van winstgevende handel.
• Handelsmonopolie van de VOC.

Ga aan de slag!

Maak opdracht 5 t/m 8 van paragraaf 1.1.

Eerder klaar?

Maak een samenvatting van de paragraaf met:

• de belangrijkste begrippen; 
• personen; 
• gebeurtenissen en ontwikkelingen in Nederlands-Indië.

01:24

Verliep de handel van de VOC eerlijk in Nederlands-Indië?

Ja

Nee

01:24

Wie profiteerden het meeste aan de specerijenhandel in Indonesië?

1. Indonesische vorsten
2. Handelaren van de WIC
3. Indonesische boeren
4. Handelaren van de VOC

02:39

Vind je dat het standbeeld van J.P. Coen in Hoorn moet blijven staan?

Het moet blijven staan.

Het moet weg worden gehaald.