Persoonsvorm verleden tijd

• Spelling
• Basisschool
• Groep 6

Doel van de les

Ik kan de persoonsvorm in de verleden tijd correct schrijven. 

Hoe kun je de persoonsvorm in een zin vinden?

Er zijn 3 manieren. Welke 3?

Vraagproef

(de persoonsvorm komt vooraan te staan)

De leerling stelt een ingewikkelde vraag.

Stelt de leerling een ingewikkelde vraag? 

let op: Welke dieren vind jij leuk?

Dit is al een vraagzin, dus de vraagproef kun je dan niet gebruiken. 

Tijdproef
(de persoonsvorm verandert mee bij wisseling van tijd)

De leerling stelt een ingewikkelde vraag. (t.t.)

De leerling stelde een ingewikkelde vraag. (v.t)

Getalproef
(de persoonsvorm verandert mee bij wisseling van getal)

De leerling stelt een ingewikkelde vraag. (ev.)

De leerlingen stellen een ingewikkelde vraag. (mv)

Wat zijn de regels voor de pv tt?

De leerling stelt een ingewikkelde vraag. (t.t.)

De leerlingen stelden een ingewikkelde vraag. (v.t)

Schrijfwijze pv vt

verwijten

Ik ____ jou helemaal niets.

koppelen

De man ______ de caravan aan de auto

bedanken

Hij _____ je voor het mooie compliment.

proeven

Het meisje ______ voor het eerst een aubergine.

raden

Mijn vader ________ het juiste getal.

verbranden

Het hout _________ in de open haard.

onthouden

______ jij altijd alles?

afsnijden

Een randje _______ ik van de foto ___.

suizen

De bal ______ langs mijn oren.

Opdracht

Werk aan de opdrachten in Classroom. 

Neem na de meivakantie je werkboekje ww-spelling mee naar school als je die thuis hebt. 

Alvast een fijne vakantie!!! Geniet er lekker van.