Willem I & Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
Willem I en het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815-1830)
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 5
Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Willem I & Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
Willem I en het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815-1830)
Slide 1 - Diapositive
Wat wilden de overwinnaars op Napoleon bereiken met het Congres van Wenen? (kijk hiervoor terug in de cursus)
Slide 2 - Question ouverte
Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815-1830)
Centrale vraag:
Welk gevolg had het het congres van Wenen (1815) op onze gewesten?
Structuur van lesonderdeel:
1. De oprichting van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815-1830)
2. Willem I ('Koning-Koopman')
3. Spanningen tussen Noord en Zuid
Slide 3 - Diapositive
Bekijk de Nederlandse reportage van het programma 'Histoclips' over het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.
1. Beluister eerst aandachtig en neem notities bij de fragmenten
2. Beantwoord nadien de vragen op de slides
(Gebruik het werkboek als hulpmiddel)
Slide 4 - Diapositive
1. De oprichting van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815)
Bekijk het volgende fragment op de volgende slide.
Joseph Paelinck, Willem I in krijgsmantel, schilderij, 1819
Slide 5 - Diapositive
Welke historische gebeurtenis was de aanleiding voor de oprichting van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden?
A
Congres van Wenen (1815)
B
Franse bezetting (1792-1812)
C
Slag van Waterloo
(1815)
D
Franse revolutie (1789)
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Vidéo
03:35
2. Koning-Willem de 'Koopman'
Bekijk het volgende deel van de reportage bij de 'volgende slide'
2. 'Koning-Koopman'
Bekijk het fragment op de volgende slide
Slide 8 - Diapositive
03:35
Waarom was die oprichting nodig volgens de overwinnaars op Napoleon?
Slide 9 - Question ouverte
08:02
Gent-Terneuzen
Het Kanaal 'Gent-Terneuzen' is een kanaal dat de stad Gent verbindt met de Schelderivier. Gent had op die manier een snellere manier toegang tot de Noordzee. Dit kwam vooral de Gentse textielindustrie goed uit. De industrie kon op die manier meer goederen naar het buitenland transporteren. De bouw van het kanaal werd mede-gefinancierd door koning Willem I in 1823.
Société Cockerill
Willem I bouwt en financiert de bouw van een Luikse staalfabriek hiervoor het bischoppelijk paleis in Luik om tot een staalfabriek in 1817. Hij werkt hiervoor eerst met de Engelsman 'John Cockerill'. Deze man had veel ervaring met de toenmalige textielindustrie in de regio. Vanaf 1825 beheert Willem I de fabriek zelfstandig.
Het Willemdok
Het Willemsdok is een scheepsdok in de haven van Antwerpen. Het werd gebouwd tijdens de periode 1803-1812. De bouw van het scheepsdok werd mede-gefinancierd door de Nederlandse koning 'Willem I'
Slide 10 - Question de remorquage
08:02
De volgende 'slide' bevat enkele voorbeelden van investeringen van Willem I.
Verbind de 'investering' met de plaats op de kaart.
Wanneer je op de volgende slide op dit symbool klikt, krijg je meer informatie:
Tip: Gebruik 'Google maps' als je op zoek bent naar meer exacte plaats
Slide 11 - Diapositive
08:02
Wat bedoelt de reportage met 'Koning Koopman'
Slide 12 - Question ouverte
08:02
Spanningen tussen het Noorden en Zuiden (1820-1830)
Bekijk het volgende fragment over de 'spanningen' in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.
Slide 13 - Diapositive
09:04
De reportage spreekt hun aan als 'Belgen' klopt dit op dat moment in de geschiedenis?
Slide 14 - Question ouverte
03:35
Welke landen van vandaag maakten deel uit van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden?
Sleep ze naar het rode vakje
Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
Slide 15 - Question de remorquage
08:02
Koning Willem I de 'koopman'
Koning Willem I stimuleert de 'industrie' en 'handel' in zijn koninkrijk.
Handel & Transport: Uitwisseling van producten tegen een betaling.
Industrie: Deel van de economie dat zich inzet voor de productie van goederen
Slide 16 - Diapositive
09:04
Waarover klagen deze personen in de reportage?
Slide 17 - Question ouverte
09:04
Taalbeleid
Bekijk het volgende fragment.
Slide 18 - Diapositive
09:40
Taalbeleid
Situatie:
Noordelijke Nederlanden: Nederlands
Zuidelijke Nederlanden: Frans + Nederlands
Willem I: Taalvrijheid*, maar Nederlands als belangrijkste bestuurstaal.
Hoe?
Waar de streektaal Nederlands is, moet het politieke bestuur Nederlands spreken:
<=> 'Franstalige' rijke klassen in Vlaanderen boos.
*Taalvrijheid: Iedereen mag de taal spreken die hij/zij wil
Taalbesluit 29 september 1818
Te rekenen van 1 januari 1823 zal in de opgenoemde provinciën Limburg, Oost-
Vlaanderen, West-Vlaanderen en Antwerpen geen andere taal dan de taal van het land
voor de behandeling van openbare zaken erkend of gewettigd zijn, en zullen dus alle
administratieve, financiële en militaire autoriteiten, colleges of ambtenaren, ... zich in alle
zaken ... van dat tijdstip af, uitsluitend van die taal moeten bedienen.
Slide 19 - Diapositive
09:40
"De Belgen spreken Frans, zoals ze altijd gedaan hebben" klopt deze uitspraak uit de reportage?
Slide 20 - Question ouverte
09:40
Wat was het probleem met het Taalbeleid van Willem I?
Slide 21 - Question ouverte
09:04
Willem I wil Protestanten (Noorden) en katholieken (Zuiden) tot elkaar brengen.
Doel?
Koninkrijk tot één land ('natie') maken met dezelfde cultuur, religie en gewoontes
Hoe?
Willem I behoudt 'Godsdienstvrijheid' maar beperkt macht van de Katholieke Kerk
<=> Katholieken in het Zuiden boos over hervormingen.
Slide 22 - Diapositive
09:04
Welk verschil merk je op tussen de noordelijke en zuidelijke Nederlanden op basis van religie?
Slide 23 - Question ouverte
09:04
Bekijk de volgende kaart over de verspreiding van protestantisme en katholicisme in Europa (16de-17de eeuw)
Kijk hierbij naar de situatie in de 'Nederlanden'
Paars: Katholicisme
Oranje:
Protestantisme
Slide 24 - Diapositive
09:04
1. Politieke ondervertegenwoordiging
> Rijkere klassen in het zuiden vinden dat er niet genoeg naar hen geluisterd wordt door de koning.
Grondwet van het koninkrijk (1812) geeft koning veel macht.
Noordelijke- en Zuidelijke Nederlanden hebben evenveel vertegenwoordigers in parlement.
<=> Zuidelijke Nederlanden tellen meer inwoners.
Macht van de koning:
-Ministers hebben enkel verantwoording af te leggen aan de koning. Ze komen zelden gezamenlijk bijeen, en als ze dat doen, is dat onder voorzitterschap van de koning.
- Het parlement kan enkel maar elke 10 jaar de uitgaven van de koning goedkeuren . De koning kan dus volop schulden maken, zonder goedkeuring van het parlement. Dit was vooral een probleem voor de zuidelijke Nederlanden. Zij betaalden de meeste belastingen.
Slide 25 - Diapositive
Gevolg congres van Wenen op de Nederlanden?
1. Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden worden verenigd tot één koninkrijk.
Doel? 'Bufferstaat' tegen Frankrijk
2. 'Koning-koopman'
Koning Willem I investeert in industrie & handel
3. Spanningen tussen Noord & Zuid (1820-1830)
Ongelijke politieke vertegenwoordiging
Godsdienst: Protestanten tegen Katholieken
Taalprobleem: Nederlandstaligen tegen Franstaligen