Breuken

Welkom

1Bka

Weet je het nog?

1 / 41

Slide 1: Diapositive

RekenenMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

La durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom

1Bka

Weet je het nog?

Slide 1 - Diapositive

Leerlingen pakken hun spullen erbij en maken alvast de startsom.

Breuken

Slide 2 - Diapositive

Deze les gaat over breuken.

Dit hoofdstuk (Moderne Wiskunde KGT 1 ) is er maar 1 paragraaf over breuken en gaat het meer over kennismaken, ophalen van de kennis en alleen vereenvoudigen komt echt aan bod.

In hoofdstuk 10 dit schooljaar komen de breuken terug en gaan we optellen en deel van een geheel uitrekenen.

Breuken

Slide 3 - Carte mentale

Wat weten de leerlingen al/nog over breuken?

Lesdoelen

Je kent het begrip breuk
Je weet wat de teller is
Je weet wat de noemer is
Je kunt aangeven welk deel gekleurd is of moet worden
Je kunt breuken vereenvoudigen

Slide 4 - Diapositive

Lesdoelen:

Je kent het begrip breuk
Je weet wat de teller is
Je weet wat de noemer is
Je kunt aangeven welk deel gekleurd is of moet worden
Je kunt breuken vereenvoudigen

Hoeveel krijgt één poppetje?

1/3 deel

1/4 deel

1/2 deel

1/8 deel

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel eet het blauwe mannetje?

1 deel

1/8 deel

1/4 deel

1/1 deel

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Even de kennis van de basisschool herhalen!

01:33

Wat is in deze breuk de noemer?

Slide 8 - Quiz

Weten ze wat het begrip noemer is?

Welk deel van de taart
ligt hier nog?

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 4 ​}

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep het antwoord naar het juiste plaatje

Slide 11 - Question de remorquage

Een stapje lastiger, door elkaar.

Weten ze het dan nog steeds toe te passen?

Slide 12 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Breuken

1/2 deel

3/8 deel

5/6 deel

1/4 deel

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Breuken bestaan uit...

Boven en onder

Teller en noemer

Naam en achternaam

Vier cijfers

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​}

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het getal 4 is de ... van de breuk.

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 5 ​}

Teller

Noemer

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het getal 15 is de ... van de breuk.

\frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 5 ​}

Teller

Noemer

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Van groot naar klein

Als je goed kijkt zie je dat 1/2e groter

is dan 1/4e. Dat werkt dus andersom.

Als je honger hebt, heb je liever

1/2e van de pizza dan 1/4e.......

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

is groter dan

waar

niet waar

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Alleen de teller wordt bij elkaar opgeteld.

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 5 ​} = \frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​}

De noemers zijn gelijk, namelijk 5.

Hier verandert niks aan.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pizza eten

Stel je hebt een pizza verdeeld in 4 stukken.

Je eet 1 van de 4 op.

Maar....je hebt nog honger en je eet nog 2 van de 4 stukken op. Dan heb je dus 3 van de 4 stukken op!!!!!

Kijk maar naar het plaatje. De noemer blijft hetzelfde!!

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 4 ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​} =

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 6 ​} + \frac{​ 2 ​ ​}{​ 6 ​} =

\frac{​ 1 2 ​ ​}{​ 2 0 ​} + \frac{​ 4 ​ ​}{​ 2 0 ​} =

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 8 ​} + \frac{​ 2 ​ ​}{​ 8 ​} =

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 6 ​}

\frac{​ 1 6 ​ ​}{​ 2 0 ​}

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 1 6 ​ ​}{​ 4 0 ​}

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 1 6 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 1 2 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 2 ​}

Slide 23 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

\frac{​ 8 ​ ​}{​ 1 0 ​} - \frac{​ 2 ​ ​}{​ 1 0 ​} =

\frac{​ 1 5 ​ ​}{​ 2 0 ​} - \frac{​ 9 ​ ​}{​ 2 0 ​} =

\frac{​ 9 ​ ​}{​ 1 2 ​} - \frac{​ 2 ​ ​}{​ 1 2 ​} =

\frac{​ 1 4 ​ ​}{​ 1 6 ​} - \frac{​ 6 ​ ​}{​ 1 6 ​} =

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 1 0 ​}

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 2 0 ​}

\frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 2 ​}

\frac{​ 8 ​ ​}{​ 1 6 ​}

\frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 0 ​}

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 1 6 ​}

6

7

8

Slide 24 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Andere namen die hetzelfde betekenen...

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als er staat dat een spijkerbroek 50%
korting heeft is dat hetzelfde als

een vierde

een tweede

een tiende

een vijfde

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

van de taart is voor jou.
Hoe kun je dat ook zeggen?

de helft

een tiende

een hele

een kwart

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke breuk hoort hierbij?

'We hebben 10 appels welke we over 5 leerlingen moeten verdelen.
Hoeveel appels heeft iedereen dan?'

2/10

10/5

5/10

10/2

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Vereenvoudigen

Daar zit het woord eenvoud in.

Je schrijft een breuk zo eenvoudig mogelijk op.

Bij kan je je niet zoveel voorstellen, maar als je ziet dat het hetzelfde is als dan wordt het makkelijker!

\frac{​ 2 4 ​ ​}{​ 4 8 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​}

Slide 30 - Diapositive

Theorie:

Vereenvoudigen, daar zit het woord eenvoud in. Je schrijft een breuk zo eenvoudig mogelijk op.

Bij 24/48 kan je je niet zoveel voorstellen, maar als je ziet dat het hetzelfde is als 1/2 dan wordt het makkelijker!

Vereenvoudig
deze pizza

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​}

Slide 31 - Quiz

Van de echte koek naar de getekende pizza. Kunnen ze deze pizza vereenvoudigen?

Vereenvoudigen

Betekent dus eigenlijk dat je de kleinste noemer
zoekt bij een bepaald stuk van een strook of cirkel
of van wat dan ook.

Bij de kleinste noemer horen dus de grootste stukken

Slide 32 - Diapositive

Theorie:

Vereenvoudigen betekent dus eigenlijk dat je de kleinste noemer zoekt bij een bepaald stuk van een strook of cirkel of van wat dan ook.

Bij de kleinste noemer horen dus de grootste stukken

Regel:

Wat je boven doet, doe je ook beneden!

Bij het vereenvoudigen van breuken deel je dus
de teller en de noemer door hetzelfde getal!

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​}

: 2

Slide 33 - Diapositive

Theorie:

Regel = Wat je boven doet, doe je ook beneden!

Bij het vereenvoudigen van breuken deel je dus de teller en de noemer door hetzelfde getal!

Hoe is het gegaan?

😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik snap breuken

😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit vind ik moeilijk:

Slide 36 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik zou graag hulp willen bij:

Slide 37 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Je mag de teller en noemer altijd met hetzelfde getal VERMENIGVULDIGEN.
De waarde van de breuk verandert dan niet.

Je mag de teller en noemer ook altijd door hetzelfde getal
DELEN. Ook dan verandert de waarde van de breuk niet.

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Breuken Bingo

Slide 39 - Diapositive

Om breuken snel te herkennen eindigen we deze les met een breukenbingo. Ook de vereenvoudigde weergave wordt natuurlijk goedgekeurd!

Gebruik de bingokaartjes van pagina 7

Wanneer er tijdgebrek dreigt, speel dan met 1 kolom of 1 rij en later met de rest van het kaartje.

Slide 40 - Vidéo

Voor diegene die het nog steeds lastig vindt, is het goed om dit filmpje nog eens rustig te bekijken.

Slide 41 - Vidéo

Voor een beetje uitdaging

Breuken

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Question de remorquage

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Question de remorquage

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Question de remorquage

Slide 24 - Question de remorquage

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Vidéo

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Sondage

Slide 35 - Sondage

Slide 36 - Question ouverte

Slide 37 - Question ouverte

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Vidéo

Slide 41 - Vidéo

Plus de leçons comme celle-ci

Breuken

Breuken

Breuken

Breuken (optellen)

Hoofdstuk 3 les 4

Breuken

Breuken

Breuken