Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
NN7 - Spelling §6 - Aan elkaar of los? - 2H
Aan elkaar of los?
NN7 - Spelling §6 - 2H
1 / 21
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
21 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Aan elkaar of los?
NN7 - Spelling §6 - 2H
Slide 1 - Diapositive
Wat je gaat leren
Je leert woorden los of aan elkaar schrijven.
Slide 2 - Diapositive
Kijk en luister eens naar het volgende:
bloem stuk bloemstuk
Slide 3 - Diapositive
Kijk en luister eens naar het volgende:
bloem stuk bloemstuk
Doordat
bloem stuk
niet aan elkaar geschreven is, betekent dat iets anders...
Slide 4 - Diapositive
En hoe zit dat met
muizenvallen muizen vallen
...?
Slide 5 - Diapositive
En hoe zit dat met
muizenvallen muizen vallen
...?
Muizenvallen betekent inderdaad iets anders.
Slide 6 - Diapositive
Hoe zit het dan met:
rode wijnglazen rodewijnglazen
Slide 7 - Diapositive
Het maakt dus veel uit of je een woord aan elkaar schrijft of niet.
Slide 8 - Diapositive
Samenstellingen
(bagage + drager = bagagedrager)
worden in het Nederlands aan elkaar geschreven.
Let op:
ze hebben één klemtoon
:
Tarek heeft van zijn vakantiegeld een
ci
tybike en een
snor
fiets gekocht.
Slide 9 - Diapositive
Als je
twee klemtonen
hoort, schrijf je woorden dus
niet
aan elkaar:
Tarek wil voor zijn
vol
gende va
kan
tie een
gloed
nieuwe
race
fiets kopen.
Slide 10 - Diapositive
De volgende woorden schrijf je aan elkaar
samenstellingen van twee of meer woorden:
basisschool, deurkruk, rodekoolsalade
;
woorden die gemaakt zijn van er, hier, daar of waar plus een voorzetsel:
daarvoor, erover, ertussendoor, hieronder
;
getallen met honderd en duizend:
negenhonderd, zestienduizend
;
veel samengestelde werkwoorden:
meenemen, kapotgaan, koffiedrinken, overwerken, vioolspelen
;
veel samengestelde bijvoeglijke naamwoorden met een deelwoord als tweede deel:
dichtbevolkt, hoogoplopend, snelstromend.
Slide 11 - Diapositive
Schrijf waar nodig woorden aan elkaar.
diep ontroerd
Slide 12 - Question ouverte
Schrijf waar nodig woorden aan elkaar.
duur isolatie materiaal
Slide 13 - Question ouverte
Schrijf waar nodig woorden aan elkaar.
een licht gewond tiener meisje
Slide 14 - Question ouverte
Schrijf waar nodig woorden aan elkaar.
een veel betekenende blik
Slide 15 - Question ouverte
Schrijf waar nodig woorden aan elkaar.
er onder door
Slide 16 - Question ouverte
Schrijf waar nodig woorden aan elkaar.
houten kleur potloden
Slide 17 - Question ouverte
Schrijf waar nodig woorden aan elkaar.
kennis maken met de bar juffrouw
Slide 18 - Question ouverte
Schrijf waar nodig woorden aan elkaar.
lage lonen landen
Slide 19 - Question ouverte
Schrijf waar nodig woorden aan elkaar.
thee drinken
Slide 20 - Question ouverte
Maak nu de opdrachten die klaar staan in de digitale planning.
Slide 21 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
NN7 - Spelling §6 - Aan elkaar of los? - 2V
18 hours ago
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
NN7 - Spelling §6 - Aan elkaar of los? - 2V
14 days ago
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Cursus 7-§-6 Aan elkaar of los?
September 2024
- Leçon avec
36 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Algemene spelling klas 2
November 2023
- Leçon avec
44 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Spelling H6 - Aan elkaar of los? 2H / 2V
February 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
T2_ei/ie Sara
March 2023
- Leçon avec
22 diapositives
NT2
Lager onderwijs
Herhaling T2_Sara
December 2022
- Leçon avec
18 diapositives
NT2
Lager onderwijs
Herhaling T2 A + B_Sara
November 2022
- Leçon avec
20 diapositives
NT2
Lager onderwijs