HS 1.4 weerstand en geleidbaarheid

HS 1.4 weerstand en geleidbaarheid
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

HS 1.4 weerstand en geleidbaarheid

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Waar is geleidbaarheid afhankelijk van?
Wat doet de weerstand?
Wat is een halfgeleider?

Slide 2 - Diapositive

Geleidbaarheid
De geleidbaarheid bepaalt hoeveel stroom er loopt bij een bepaalde spanning.
Als de geleidbaarheid groot is, is de weerstand klein en omgekeerd.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

De weerstand

Iedere stroomdraad heeft een weerstand (hinderen van de elektrische stroom).

De weerstand is afhankelijk van drie dingen:

  1. De lengte van de draad
  2. De soortelijke weerstand
  3. De doorsnede van de draad

Slide 5 - Diapositive

De lengte van de draad

Hoe langer de draad is des te langer doen de elektronen er over om door de draad te gaan. Hierdoor wordt de weerstand groter.


De lengte van de draad geven we aan met de letter l, en wordt in meter uitgedrukt.

Slide 6 - Diapositive

De soortelijke weerstand

De soortelijke weerstand hangt af van de stof waar de draad van gemaakt is. Bij een opdracht krijg je de soortelijke weerstand als een gegeven. Hoe groter de soortelijke weerstand des te groter is de weerstand.


De soortelijke weerstand wordt aangegeven met het symbool


ρ

Slide 7 - Diapositive

Het oppervlakte van de draad

De oppervlakte bepaalt hoe makkelijk een elektron door de draad gaat. Als het oppervlakte groter wordt, wordt het juist makkelijker voor een elektron om door de draad te gaan. De weerstand wordt dus kleiner.


Het oppervlakte geven we aan met de letter A, en wordt gegeven in vierkante millimeter (mm2)

Slide 8 - Diapositive

Wat gebeurt er met de weerstand als de doorsnede van een draad 5 x zo groot wordt?
A
De weerstand wordt 3 x zo klein
B
De weerstand blijft hetzelfde
C
De weerstand wordt 5 x zo groot
D
De weerstand wordt 5 x zo klein

Slide 9 - Quiz

Wat is het symbool voor weerstand
A
R
B
V
C
I
D
A

Slide 10 - Quiz

11. Zet in volgorde van toenemende weerstand
timer
1:00

Slide 11 - Question de remorquage

LDR
Gevoelig voor verandering in hoeveelheid licht. Meer licht, minder weerstand.

Dus het is een soort lichtsensor.

Gebruiken: Schakelaar voor 
nachtlampen

Slide 12 - Diapositive

NTC en PTC
Is gevoelig voor veranderingen in temperatuur. Als de temperatuur stijgt, daalt de weerstand (NTC)
en bij een PTC juist andersom.
Dus het is een soort temperatuur sensor

Gebruiken: Beveiliging van 
vermogenselektronika (eindversterkers)

Slide 13 - Diapositive

Wet van Ohm
U=R*I


Slide 14 - Diapositive

9b. R = 7,5 kΩ, U = 30 V, Bereken de stroomsterkte I in Ampere
timer
1:00

Slide 15 - Question ouverte

Geleidbaarheid
G=R1

Slide 16 - Diapositive

9b. R = 7,5 kΩ, U = 30 V, Bereken de geleidbaarheid G in Siemens
timer
1:00

Slide 17 - Question ouverte

Mocht je nog vragen hebben dan horen wij dat graag.

Slide 18 - Diapositive