§1.4 Weerstand en geleidbaarheid - les 1

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

§1.4 Weerstand en geleidbaarheid

Lesplanning

1. uitleg weerstand van een draad
2. Maken opg. 35, (36), 37, 38 en 39
3. vragenrondje coördinatentransformatie

Lesdoelen

Aan het einde van deze les kan je ...

•  uitleggen wat de geleidbaarheid en weerstand van een component zijn;
• de definitie van soortelijke weerstand geven;
• weet je het verband tussen de weerstand, oppervlakte en lengte van een draad;
• weet je het verschil tussen een Ohmse weerstand, NTC, PTC en LDR.

Studietip

oefenen met redeneren

Als je iets moet beredeneren spreek je een belangrijk deel van je hersenen aan. Je moet dan iets actief begrijpen. Je begrijpt iets pas echt als je het uit kunt leggen aan een ander. Deze vragen spreken dus een diepere laag van begrip aan

Waar denk je aan bij weerstand?

Weerstand en geleidbaarheid

De weerstand/geleidbaarheid bepaalt hoeveel stroom er loopt bij een bepaalde spanning. 

Grote weerstand 🡪 kleine stroomsterkte

Grote geleidbaarheid 🡪 grote stroomsterkte

               De weerstand van een draad

                                           Elektronen stoten in hun weg van de – pool naar de
                                          + pool tegen ionen aan 🡪 weerstand. 

hangt af van ...

• De lengte van de draad l (m)
  Het verband tussen R en l is recht
  evenredig.
• De doorsnede A (m²)
  Het verband tussen R en A is omgekeerd
  evenredig.
• De soortelijke weerstand ρ (Ωm)

De weerstand van een draad

R=​A​​ρ⋅l​​

De lengte van de draad

De doorsnede van de draad

Draden in een schakelschema

Weerstand en temperatuur

Weerstand en temperatuur

Light Depending Resistor (LDR)

De weerstand van een LDR neemt af wanneer er meer licht op de LDR schijnt.

Aan de slag

§6.1 opgave 18, 19 en (20)

§1.4 opgave 35, (36), 37, 38 en 39

 Klaar, kijk de opgaven na.

Waarom brandt het ene lampje minder fel dan het andere lampje?

Vragen over de coördinatentransformatie?!

      De diode

een halfgeleider

Bij een spanning 

groter dan de doorlaatspanning 

zijn er veel meer vrije elektronen.

De diode

In de schakelingen hiernaast valt het
licht van de LED op de LDR, maar het
licht van L2 kan de LDR niet beschijnen.
In welk(e) situatie(s) brandt lampje L2?

1. In situatie A
2. In situatie A en D
3. In situatie C en D
4. In situatie D

Aan de slag

§1.4 opgave 35, 37, 38, 39 en 40

 Klaar, kijk de opgaven na.

Een 

gelijkrichter

Een 

gelijkrichter

Een 

gelijkrichter