Begrippen taal en rekendidactiek

Taal en rekendidactiek les 8
Inhoud les:
Thema 14. Getallen
Thema 15. Meten en meetkunde
Filmpje over rekenen (woordspin)
Begrippentest
Presentatie portfolio + educatief materiaal.

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Taal en rekendidactiek les 8
Inhoud les:
Thema 14. Getallen
Thema 15. Meten en meetkunde
Filmpje over rekenen (woordspin)
Begrippentest
Presentatie portfolio + educatief materiaal.

Slide 1 - Diapositive

Getallen
Basisbewerkingen getallen:
Optellen
Aftrekken
Vermenigvuldigen
Delen

Onmisbaar voor voortgezet rekenen

Slide 2 - Diapositive

Cijfers en getallen
Cijfers zijn symbolen om getallen weer te geven
0-1-2-3-4-5-6-7-8-9
Is 10 een cijfer of een getal?

Getalbegrip:
Wat voelt meer: 4 kilo aardappelen of 4 kilometer lopen?

Slide 3 - Diapositive

Getalbegrip
Het vermogen om de waarde van getallen en hun onderlinge relaties te begrijpen

Aantal | hoeveelheid | grootte | volgorde | lengte | gewicht | tijd

Wat is schattend tellen?
Handig rekenen?
Schriftelijk rekenen?

Slide 4 - Diapositive

Waar of niet waar?
Kolomrekenen kan van links naar rechts en andersom?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Reken onderstaande handig uit en wat is het antwoord?
12+9+8+1=
A
31
B
29
C
30
D
32

Slide 6 - Quiz

Eerlijk antwoord:
Tel je nog wel eens op je vingers?
A
Ja
B
Nee
C
Soms
D
Weet niet

Slide 7 - Quiz

Begeleiden bij getallen
Onderbouw: 
spelletjes in de kring, getallen weglaten, klok, weegschaal, gebruik 3-d materiaal, verdelen met een spel, dagritme ect.
Filmpje: staafdiagram

Bovenbouw:
oefening en denkspelletjes met grotere waarde. 
Raad een getal onder de 1000
Laat uitleggen hoe ze het doen.
Filmpje: creatief rekenen



Welke van de 2 filmpjes wil jij zien?

Slide 8 - Diapositive

15 Meten en meetkunde
Meten gaat over: lengte, gewicht, oppervlak en inhoud en tijd, snelheid en afstand.
Hulpmiddelen zijn Liniaal, maatbeker, weegschaal.

Welk hulpmiddel/ezelsbrug kennen we bij het metriek stelsel?

Slide 9 - Diapositive

Door de rekenmachine te gebruiken creëer je zwakke rekenaars?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Vidéo

Wat heb je gezien in het filmpje?

Slide 12 - Carte mentale

Over welk begrip hebben wij het hier? "Lot leert dat als je tafel zegt, je deze in afzonderlijke klanken kan splitsen, ta-fel"
A
Aanvankelijk lezen
B
aanvankelijk spellen
C
Auditief geheugen
D
auditieve synthese

Slide 13 - Quiz

Over welk begrip hebben wij het hier?
"Max leest de tekst door met de juf, hij hoeft alleen maar te lezen, niet te begrijpen wat er staat".
A
Pseudolezen
B
Symboolbewustzijn
C
Technisch lezen
D
Aanvankelijk lezen

Slide 14 - Quiz

Over welk begrip hebben wij het hier? "Lars is de laatste tijd vooruit gegaan met rekenen. Hij vertelt aan de meester dat hij nu weet dat hij eerst kan optellen naar ronde getallen en dat het dan veel sneller gaat".
A
Incidenteel leren
B
Getalbegrip
C
Functioneel rekenen
D
Handig rekenen

Slide 15 - Quiz

Waarom is het omkeerprobleem bij getallen vooral een probleem in Nederlands en bijvoorbeeld niet in Engeland.
A
Omdat in Engeland de getallenlijn al heel jong wordt aangeleerd.
B
Omdat je in het Nederlands de tientallen eerst noemt en dan pas de enen.
C
Omdat je in het Nederlands de enen eerst noemt en dan pas de tientallen.
D
Omdat ze in Engeland meteen leren van links naar rechts te schrijven.

Slide 16 - Quiz

Eindopdracht
Zet je marktkraam neer
Leg daar je materiaal op:
 je portfolio en voorbeeld educatief materiaal
We werken in twee groepen A en B

Groep A verteld aan groep B wat je hebt gedaan en andersom.
Heb je nog tijd over: test je eigen rekenkennis?

Slide 17 - Diapositive

Wat vond je van de lessen taal en rekendidactiek. Heb je nog wat gemist?

Slide 18 - Carte mentale