Wat is literatuur?

Wat is literatuur?
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Wat is literatuur?

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen 
1. Je kunt onderscheid maken tussen lectuur en literatuur;
2. Je weet welke kenmerken literaire boeken hebben;
3. Je kunt zelf nadenken over de literaire waarde van teksten;
4. Je kunt in boekopdrachten aangeven welke literaire waarde jij het boek toedicht. 

Slide 2 - Diapositive

Geef kenmerken van literatuur

Slide 3 - Carte mentale

Muziekfragmenten
Luister naar de twee muziekfragmenten die je docent laat zien. Maak aantekeningen tijdens het luisteren: probeer na het fragment te verwoorden waar het liedje over gaat en probeer te beschrijven wat je opvalt aan de stijl. 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

timer
1:00
Waar gaat dit nummer volgens jou over?
Wat valt je op aan de stijl?

Slide 6 - Carte mentale

Slide 7 - Vidéo

timer
1:00
Waar gaat dit nummer volgens jou over?
Wat valt je op aan de stijl?

Slide 8 - Carte mentale

Tekening 1

Slide 9 - Diapositive

Tekening 2

Slide 10 - Diapositive

Voor welke tekening heb je meer technische vaardigheden nodig als tekenaar dan de andere?
A
B

Slide 11 - Quiz

Welke tekening heeft meer kans in een museum terecht te komen?
A
B

Slide 12 - Quiz

Welke tekening is mooier?
A
B

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Tekst 1
Sint en Zwarte Piet zaten te bedenken
Wat ze jou nu eens zouden schenken
Sinterklaas is weer in 't land
En dat verstevigt de vriendschapsband

Dit is 't cadeau dat precies bij je past
Sint hoopt dat hij je daar blij mee verrast
Sint staat bekend om z'n goede smaak
En geschenken uitzoeken is z'n belangrijkste taak.
(v)lucht, 
Tim Hofman

Slide 15 - Diapositive

Welk gedicht kostte waarschijnlijk meer schrijversmoeite?
A
Het sinterklaasgedicht
B
(v)lucht

Slide 16 - Quiz

Welk gedicht begint met een cliché?
A
Het sinterklaasgedicht
B
(v)lucht

Slide 17 - Quiz

Over welk gedicht denk je langer na?
A
Het sinterklaasgedicht
B
(v)lucht

Slide 18 - Quiz

Muziek - Dries

-Vaker zoiets gehoord
 -Makkelijk taalgebruik
-Makkelijk te begrijpen
 -Kostte wrs weinig tijd om het liedje te schrijven
-Puur amusement

Muziek - Maarten

-‘Nooit’ eerder gehoord
-Er is nagedacht over de gebruikte taal
-Kostte wrs veel tijd om te schrijven
 -Bedoeld om mensen na te laten denken

Slide 19 - Diapositive




- Vaker zoiets gezien
-Makkelijke techniek
- Makkelijk te begrijpen
- Kostte wrs weinig tijd om de tekening te maken
- Puur ‘amusement’




- ‘Nooit’ eerder gezien
- Je moet beschikken over behoorlijk wat tekentechniek
- Kostte wrs veel tijd 
- Bedoeld om mensen na te laten denken

Slide 20 - Diapositive

Lectuur

- Vaker zoiets gelezen
- Cliché taalgebruik
- Makkelijk te begrijpen
- Kostte wrs weinig tijd om te schrijven
- Puur ‘amusement’

Literatuur

- ‘Nooit’ eerder gelezen
- Je moet opletten tijdens het lezen
- Kostte wrs veel tijd om te schrijven
- Bedoeld om mensen na te laten denken

Slide 21 - Diapositive

Wat zie jij hier?

Slide 22 - Question ouverte

Wat zie je hier?

Slide 23 - Question ouverte

Meerduidigheid


Meerduidigheid geeft aan dat mensen op meerdere manieren een tekst kunnen interpreteren.

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

De diepere boodschap

Wat wil een auteur de lezer vertellen?
Wil hij/zij je overtuigen?
Wil hij/zij je over een maatschappelijk vraagstuk laten nadenken? 
Wil hij/zij ontregelen?

Slide 26 - Diapositive

Originele woordkeuze
“All animals are equal, but some animals are more equal than others.”
Vertaling: “Alle dieren zijn gelijk, maar sommigen zijn gelijker dan anderen.”

George Orwell, Animal-Farm, 1945

Slide 27 - Diapositive

Opdracht verhaal Poep
Deze les ga je aan de slag met het verhaal Poep van Manon Uphoff (1995). Je docent leest het verhaal eerst voor.

Werk daarna samen met drie klasgenoten. Bepaal met elkaar welke literaire teksteigenschappen je in deze tekst kunt vinden (meerduidigheid, de diepere boodschap en de originele woordkeus en/of zinsstructuur).

Slide 28 - Diapositive

Geef nogmaals kenmerken van literatuur.

Slide 29 - Carte mentale

Boekopdrachten
Zorg ervoor dat je in je boekopdracht duidelijk laat zien dat je weet wat literatuur is en wat de literaire waarde van je boek is. Daar moet je altijd over nadenken. 

Slide 30 - Diapositive

Boekopdrachten
Bekijk nu in de ELO (onderdeel Literatuur) het keuzemenu voor boekopdrachten. 

Slide 31 - Diapositive

Nulmeting schrijfvaardigheid
Schrijf een kort betoog over de waarde van literatuuronderwijs: waarom moeten leerlingen in het voortgezet onderwijs boeken lezen (of waarom moeten ze dat niet doen?)
Je betoog telt minimaal 250 woorden, maximaal 500. Probeer alles wat je in de onderbouw leerde over het schrijven van een betoog in praktijk te brengen. 

Slide 32 - Diapositive

Argumenten vóór 'verplicht lezen'

Slide 33 - Carte mentale

Argumenten tegen 'verplicht lezen'

Slide 34 - Carte mentale

Opdracht leesniveaus
Jullie lezen vier fragmenten van verschillende boeken. Beoordeel (in viertallen) deze tekstfragmenten aan de hand van de zes literaire niveaus van Witte (2008). De beschrijving van de literaire niveaus is als hulpmiddel toegevoegd bij deze opdracht. Bij welk niveau zouden jullie het fragment onderverdelen en waarom? 

Slide 35 - Diapositive

Leestijd
timer
10:00

Slide 36 - Diapositive

timer
4:00
Bij welk niveau hoort fragment 1 en waarom?

Slide 37 - Carte mentale

timer
4:00
Bij welk niveau hoort fragment 2 en waarom?

Slide 38 - Carte mentale

timer
4:00
Bij welk niveau hoort fragment 3 en waarom?

Slide 39 - Carte mentale

timer
4:00
Bij welk niveau hoort fragment 4 en waarom?

Slide 40 - Carte mentale