evolutie

Basisstof 6, 7 en 8
Thema 3 Erfelijkheid en evolutie
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Basisstof 6, 7 en 8
Thema 3 Erfelijkheid en evolutie

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Leerdoelen
- Je kunt omschrijven wanneer organismen tot één soort behoren. 

- Je kunt beschrijven wat de evolutietheorie inhoudt en hoe geslachtelijke voortplanting, mutatie en natuurlijke selectie bijdragen aan het ontstaan van nieuwe rassen en soorten 

Slide 3 - Diapositive

Wat is evolutie?
Evolutie is de ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen.

Slide 4 - Diapositive

Veranderingen in genotypen
  • Populatie= een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich met elkaar kunnen voortplanten.
  • Nieuwe genotypen ontstaan(voortplanting & mutaties)
  • Diversiteit in een populatie

Slide 5 - Diapositive

Natuurlijke selectie
 Proces dat leidt tot het overleven van een organisme dat zich vergeleken met soortgenoten het best heeft aangepast aan de omgeving.

Slide 6 - Diapositive

Het ontstaan van nieuwe soorten
- Zolang dieren met elkaar kunnen voortplanten spreken we van één soort
- Isolatie kan zorgen voor nieuwe soorten. Dit kan honderden tot duizenden jaren duren. 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Wat is natuurlijke selectie?
A
De best aangepaste diersoort zal overleven en nakomelingen krijgen.
B
De geleidelijke ontwikkeling van diersoorten op aarde.
C
Het reconstrueren van organismen aan de hand van fossiele resten.
D
Het onderzoek naar de overeenkomsten in erfelijke eigenschappen.

Slide 9 - Quiz

Kunnen een Afrikaanse olifant en een Indische olifant samen nakomelingen krijgen? Leg uit!

Slide 10 - Question ouverte

0

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Vidéo

Argumenten voor evolutie

Slide 13 - Diapositive

Fossielen
zijn versteende overblijfselen van
organismen of afdrukken
 van organismen in gesteenten.

Slide 14 - Diapositive

Verwantschap
Soorten die een gemeenschappelijke voorouder hebben, vertonen verwantschap. 
Biologen zoeken naar overeenkomsten in:
- De bouw van organen
- De processen in cellen
- De samenstelling van stoffen in cellen

Slide 15 - Diapositive

Overeenkomst in bouw
  • Verschillende functies
  • Dezelfde bouw
  • Gemeenschappelijke voorouder

Slide 16 - Diapositive

Overeenkomst in bouw
  • Dezelfde functie
  • Verschillende bouw
  • Geen gemeenschappelijke voorouder

Slide 17 - Diapositive

Rudimentaire organen
De resten of overblijfselen van organen die door aanpassingen aan het milieu niet meer nodig zijn. 

Slide 18 - Diapositive

Processen in cellen verlopen allemaal hetzelfde in elk organisme (celdeling en verbranding). Dit is een bewijs voor verwantschap 

Processen in cellen verlopen allemaal hetzelfde in elk organisme (celdeling en verbranding). Dit is een bewijs voor verwantschap.

Stoffen in cellen kunnen steeds nauwkeuriger worden bepaald. Hoe meer stoffen van twee organismen overeenkomen, hoe korter het geleden is dat de gemeenschappelijke voorouder leefde. 


Slide 19 - Diapositive

Evolutionaire stamboom

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Verwantschap betekent dat soorten een ................ hebben

Slide 22 - Question ouverte

Armskelet van mens

Armskelet van walvis

Armskelet van mol

Grijporgaan
Graaforgaan
Stuurorgaan

Slide 23 - Question de remorquage

4) Aan welke groep zijn de gorilla’s
het meest verwant volgens de stamboom? Geef aan met X
apen van de nieuwe wereld
apen van de oude wereld
aan de chimpansees
aan de gibbons
aan de halfapen
aan de orang-oetans
X

Slide 24 - Question de remorquage

DNA-technieken 
Organismen worden gebruikt om voor mensen producten te maken = biotechnologie. 

Het aanpassen van erfelijke eigenschappen bij organismen door de mens = genetische modificatie

Slide 25 - Diapositive

Wat is crispr-cas voor techniek?
A
Bij crispr-cas worden wijzigingen aangebracht in bestaande genen van een organisme.
B
het gebruik van gene-editingtechnieken om kapotte genen te repareren.
C
organismen worden gebruikt om producten te maken voor de mens zonder DNA verandering.
D
test dat DNA uit cellen onderzoekt.

Slide 26 - Quiz

Kapotte genen in een mens vervangen door genen die wel werken: dit is een vorm van ...
A
DNA-tests
B
Gene-editing
C
Genomics
D
eDNA

Slide 27 - Quiz