T3 BS7 Verwantschap

§3.7 Verwantschappen  
 
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

§3.7 Verwantschappen  
 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen

Je kunt toelichten wat fossielen hebben bijgedragen aan de evolutietheorie

Je kunt toelichten dat overeenkomsten in de bouw van organen, de bouw van cellen en de samenstelling van stoffen in cellen duiden op verwantschap.

Slide 2 - Diapositive

Herhaling Evolutie
https://schooltv.nl/video/de-ijsbeer-een-gevolg-van-de-evolutie/#q=ijsbeer

Slide 3 - Diapositive

Fossielen
Versteende afdrukken
Versteende organismen


Slide 4 - Diapositive

Fossielen


  • Uit gevonden fossielen blijkt dat in de loop van de evolutie soorten zijn ontstaan veranderd en of verdwenen

Slide 5 - Diapositive

Lagen aarde
Sommige soorten hebben geleefd, maar leven niet meer

Bijvoorbeeld dinosauriërs

Borne--> Mammoet gevonden

Slide 6 - Diapositive

Verwantschap
Soorten met een gemeenschappelijke voorouder.

-->Evolutionaire stamboom:
Schematisch overzicht van de verwantschap tussen soorten.

Slide 7 - Diapositive

Verwantschap
Overeenkomsten in:

- de bouw van organen
- de processen in cellen
- de samenstelling van stoffen in cellen

Slide 8 - Diapositive

Zelfde functie met een andere bouw


Weinig verwantschap

Slide 9 - Diapositive

Redumentaire organen

Organen die we eigenlijk niet meer nodig hebben

blinde darm/staartbotje

Slide 10 - Diapositive

Biotechnologie
Alle technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten voor mensen te maken.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Biotechnologie
Biotechnologie zijn technieken waarbij organismes gebruikt worden.

Denk bijvoorbeeld aan brood maken met gist (schimmels) of kaas.

We kunnen uit met biotechnologie de erfelijke eigenschappen aanpassen van een organisme.



Slide 13 - Diapositive

Genetische modificatie
Het aanpassen van erfelijke eigenschappen bij organismen door de mens wordt genetische modificatie genoemd.

.

Slide 14 - Diapositive

insuline maken

Bij geslachtelijke voortplanting zijn er 2 ouders nodig die beide informatie leveren voor het genotype van de nakomelingen.

F1 heeft dus een mix van de genen van P

Veel verschillende genotype mogelijk


Slide 15 - Diapositive

Crispr-cas
  • Crispr-cas
  • gene-editing  

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

vragen
VRAGEN? 

Slide 18 - Diapositive


Welke diergroep is eerder ontstaan?
A
vogels
B
zoogdieren

Slide 19 - Quiz


Hoeveel groepen olifantachtigen kwamen er voor in het begin van het plioceen volgens de stamboom?
A
drie
B
vijf
C
tien
D
twaalf

Slide 20 - Quiz


In de afbeelding zie je dat de tijger en de leeuw dichter bij elkaar staan dan de aap en de leeuw.

Wat zegt dit over de verwantschap tussen deze dieren?
A
dat tijgers en leeuwen eerder een gemeenschappelijke voor -ouders hebben gehad dan de aap
B
dat ze het zelfde lijken
C
dat ze voorouders zijn van elkaar en op elkaar lijken
D
De verwantschap tussen de tijger en de leeuw is groter dan de verwantschap tussen de aap en de leeuw

Slide 21 - Quiz

In de afbeelding zijn de poot van een krokodil, de vleugels van een vleermuis en de vleugel van een vlieg getekend.

Welke van deze organen vertonen veel overeenkomst in bouw?
A
de poot van de krokodil en de vleugel van de vleermuis
B
de poot van een krokodil en de vleugel van een vlieg.
C
de vleugel van een vleermuis en de vleugel van een vlieg

Slide 22 - Quiz

Variatie in genotypen
Wat is waar?
A
Variatie ontstaat in de populatie door verandering in het fenotype
B
Variatie ontstaat in de populatie door geslachtelijke voortplanting
C
variatie ontstaat door isolatie van een soort
D
Variatie ontstaat in de populatie door mutatie

Slide 23 - Quiz

Door veel variatie in genotypen zijn er ook meer verschillende fenotypen in een populatie.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

Organismen die samen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen? Dit is een ....
A
soort
B
stam
C
populatie
D
genotype

Slide 25 - Quiz



Aan welke groep zijn de gorilla’s het meest verwant volgens de stamboom?

A
de chimpansees
B
de gibbons
C
de halfapen
D
aan de apen van de oude wereld

Slide 26 - Quiz

A
C
B
D
E
De gemeenschappelijke voorouder van Gibbon en Mens

Slide 27 - Question de remorquage

Waar bevindt zich de gemeenschappelijke voorouder
apen en knaagdieren
halfapen en tupaia
knaagdieren en hazen

Slide 28 - Question de remorquage

Uit fossielen is te halen hoe soorten in de geschiedenis zijn ..................
A
Ontstaan
B
Veranderd
C
Verdwenen (uitgestorven)
D
A, B en C

Slide 29 - Quiz

Sommige soorten behoren niet tot dezelfde soort, maar zijn wel verwant aan elkaar. Ze hebben een gemeenschappelijke voorouder. welke argumenten duiden op verwantschap tussen verschillende soorten
A
Overeenkomst in de bouw van organen
B
Overeenkomsten in de bouw van cellen en de samenstelling van stoffen in cellen
C
Rudimentaire organen
D
A, B en C

Slide 30 - Quiz

Een mens, een mol, een arend en een walrus hebben een overeenkomstige bouw van armskelet.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Diapositive

Wij mensen hebben rudimentaire organen. Welk van de volgende organen is rudimentair?
A
Galblaas
B
Blinde darm
C
Endeldarm
D
Lever

Slide 33 - Quiz

Huiswerk
Bs 7: 1 t/m 8
timer
5:00

Slide 34 - Diapositive