Digitaal opvoeden les 2 C20

• Mediawijsheid
• MBO
• Studiejaar 3

Digitaal opvoeden les 2 - 5

Doelen van deze tweede les

• Je kan het verschil benoemen tussen digitale administratieve en  communicatieve middelen/hulpmiddelen/leermiddelen om te programmeren doeleinden in het werkveld.
• Je weet welke digitale middelen/tools ingezet kunnen worden voor het onderwijs of pedagogisch werk op jouw stage
  
• Er zijn groepjes van drie personen gemaakt.

• Je kunt eigen ervaringen over digitale tools uitwisselen.
  

• Je maakt afspraken met elkaar om de volgende les met elkaar een instructiefilmpje (informatiefilmpje indien online)  te maken over de werking van een tool. (Draaiboek)
• Voor de volgende les kan je , met foto's, aangeven welke digitale tools bij jou op stage zijn en heb je de lijst doorgenomen van de digitale tools op de opleiding (Veluwestraat).

Huiswerkopdracht 1: 

Beantwoord de volgende vragen en neem de antwoorden mee naar les 2 (onderdeel van de les).

1. Wat is de visie van jouw stage met betrekking tot digitale technologie?

2. Wat doen ze bij jou op stage met digitale technologie? Geef minimaal 2 voorbeelden.
3. Hoe digitaal geletterd vind jij jezelf?
4 Schrijf een leerdoel voor jezelf om de deskundigheid van jouw digitale geletterdheid te vergroten.

Geef aan wat de visie is van jouw stage over de inzet van digitale technologie:

Noem drie toepassingen van digitale technologie op stage:

Noem een leerdoel voor jezelf:

     Communicatieve en administratieve middelen (doel)

• Informatie tussen school en ouders/leerlingen
• Toekomstige klanten of andere geïnteresseerden informeren
• Delen van beeldmateriaal
• Bewaking
  &
• Leerlingvolgsysteem
• Opslag gegevens (planning, administratie, intern delen van materiaal; financiën, notulen vergaderingen, jaarplanning et cetera)

(Camera's, Smartbord, laptop/tablets, software, internet)

Hulpmiddelen

Voor kinderen met een beperking/handicap, leer- of gedragsstoornis (VVE, passend onderwijs, speciaal onderwijs)

• voor de verzorging van kinderen
• voor speciale situaties (bijv. rouwverwerking)
• voor speciale ruimten
• materialen en gereedschappen om zelf voorwerpen te ontwikkelen
   

Kinderen kunnen door de hulpmiddelen meedraaien in het reguliere proces en/of onderwijs volgen, zich welbevinden of het is voor het gemak van de begeleider.

Hulpmiddelen:

• Aangepaste programma's voor laptop/pc: (bijv. Claroread, gebaren-, picto's-, spraakcomputer
• aangepaste muis, toetsenbord
• lampen,
• hulpmiddelen als drinkbekers, 
• elektronische timers
• thermometers
• robotkat, robotmaatje
• 3D-printer

Opdracht week 2 (en 3): 

Voorbereiding:

1. Maken van werkgroepjes van 3/4 studenten.
2. In les twee bespreek je hoe je een filmpje kan maken en hoe je het in gaat plannen
3. Iedereen zoekt uit welke digitale tools op stage ingezet worden en maakt er foto's van.
   

Uitvoering  

1. In les 3 maken jullie een keuze voor een leer- of programmeertool uit de stage of voor één op de opleiding. De tools worden in de les getoond en staan in een bestand op Teams.
   Er worden zoveel mogelijk tools over de groepen verdeeld.
2. Je probeert deze uit, leest de mogelijkheden.
3. Bedenkt welke informatie/instructie in het filmpje aan bod moet komen.
4. Verdeel taken.
5. Neem het filmpje op.

Aan de slag

• 
  
• maak groepjes 
• wissel informatie uit over materialen
• over de manier waarop je een filmpje kan maken
• Plan wat al mogelijk is (draaiboek)

Vragen?