Hoofdstuk 2 paragraaf 2 winst is winst

Paragraaf 2 Winst is winst
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 2 Winst is winst

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Omzet en winst
  •  Vaste en variabele kosten
  • Het aanbod van goederen 

Slide 2 - Diapositive

Afzet & Omzet
Afzet: Het aantal stuks dat een bedrijf verkoopt, noem je afzet(q)

Omzet: De omzet van een bedrijf is de afzet vermenigvuldigd met de prijs (p)

Slide 3 - Diapositive

Totale opbrengst of Verkoopwaarde
De omzet is de hoeveelheid geld die ontvangen wordt met de verkoop van de goederen of diensten.

De omzet wordt ook totale opbrengst (TO) of verkoopwaarde genoemd
Formule: TO = p x q

Slide 4 - Diapositive

Totale kosten (TK)
TK = totale kosten. De totale kosten bestaan uit vaste kosten en variabele kosten. 

  • Variabele kosten zijn afhankelijk van hoeveel je maakt. Hoe meer, hoe hoger de kosten.
  • Vaste kosten zijn niet afhankelijk van de productie.

Totale kosten (TK) kun je in een formule weergeven 

Bijvoorbeeld: TK = 2Q + 100       (Q= aantal stuks)

Slide 5 - Diapositive

Totale Winst
Van de omzet (TO) moeten de totale kosten (TK) betaald worden.

Het restant van de opbrengst is de totale winst (TW)

Slide 6 - Diapositive

Omzet en winst
 TO – TK = TW

Bijvoorbeeld: de totale kosten van Tess en Daan zijn € 25.000.

De totale winst is dan € 75.000 – € 25.000 = € 50.000.

Slide 7 - Diapositive

Kostprijs
De totale kosten per product noem je de kostprijs van het product. De kostprijs is afhankelijk van de hoeveelheid producten. De kostprijs per product bereken je door de totale kosten te delen door de productie. 

Dus: kostprijs = TK : q.

Slide 8 - Diapositive

Produceren (aanbod)
Het maken van goederen en het verlenen van diensten.

Slide 9 - Diapositive

Aanbod van goederen
De aanbodlijn

Lijn die bij iedere prijs aangeeft hoeveel stuks de producent bij die prijs wil verkopen.

Aangeboden hoeveelheid
Aantal stuks dat de producten bij een bepaalde prijs wil verkopen.


Slide 10 - Diapositive

Vraag en aanbod
Als vraag en aanbod in overeenstemming is ontstaat er een marktprijs, waartegen een hoeveelheid goederen wordt verkocht.

Slide 11 - Diapositive

Aanbodlijn
De aanbodlijn geeft de reactie weer van het aanbod als de prijs verandert.​

De aanbodlijn, die de verkoopbereidheid weergeeft.​




Slide 12 - Diapositive

Aanbod van goederen
 Bij een hoge marktprijs van tomaten (€ 4 per kilo), kunnen tuinders goed verdienen als zij veel tomaten telen en verkopen.
 De aangeboden hoeveelheid bij deze prijs is groot (90.000 kilo).

Bij een lage marktprijs van tomaten (€ 2) telen de tuinders weinig tomaten en de aangeboden hoeveelheid is nu klein (40.000 kilo).

Slide 13 - Diapositive

Vragen?

Slide 14 - Diapositive