Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Oefenstof
Functionele anatomie week 6
Slide 1 - Diapositive
Statische contractie: De spier levert wel kracht maar geen beweging. Een spier blijft dus in dezelfde positie onder spanning. * kies een oefening waarbij er spraken is van een statische contractie.
timer
0:30
A
Wall Sit
B
Planken
C
Superman
D
Side planken
Slide 2 - Quiz
In welk gewricht kan exorotatie plaatsvinden?
A
schoudergewricht
B
polsgewricht
C
ellebooggewricht
D
enkelgewricht
Slide 3 - Quiz
Welke stelling is juist? 1. Alle bewegingen in het schoudergewricht zijn: elevatie, depressie, protractie en retractie. 2. Alle bewegingen in de wervelkolom zijn: lateraalflexie, ventraalflexie, dorsaalflexie en torsie.
A
1 en 2 zijn onjuist
B
1 en 2 zijn juist
C
1 is juist
D
2 is juist
Slide 4 - Quiz
Hoeveel Thoracale vertebra heeft een mens?
A
7
B
10
C
12
D
15
Slide 5 - Quiz
Hoe wordt het borstbeen genoemd in het Latijn?
A
Os fibula
B
Os Sternum
C
Os Humerus
D
Os Costa
Slide 6 - Quiz
Welke spier loopt over de elleboog?
A
M. triceps surea
B
M. teres major
C
M. brachialis
D
M. soleus
Slide 7 - Quiz
In welk gewricht kan exorotatie plaatsvinden?
A
schoudergewricht
B
polsgewricht
C
ellebooggewricht
D
enkelgewricht
Slide 8 - Quiz
Wat betekent flexie?
A
Het strekken van een gewricht
B
het buigen van een gewricht
C
Het naar buiten draaien van een gewricht
D
Het naar binnen draaien van een gewricht
Slide 9 - Quiz
Bij welke beweging in het schoudergewricht is het achterste deel van de m. deltoideus actief? Kies het beste antwoord
A
retroflexie
B
exorotatie
C
horizontale abductie
D
alle antwoorden zijn juist
Slide 10 - Quiz
Welke bewegingen vinden plaats in het schoudergewricht?
A
endorotatie, anteflexie en abductie
B
supinatie, pronatie en adductie
C
anteflexie, abductie en plantairflexie
D
exorotatie, flexie en retroflexie
Slide 11 - Quiz
Wat is het effect van drukkracht op botten?
A
botdichtheid blijft gelijk
B
geen van antwoorden is juist
C
botdichtheid neemt toe en botten worden steviger
D
botdichtheid neemt af en botten brokkelen af
Slide 12 - Quiz
Welke as loopt van voor naar achter door ons lichaam?