Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Werkwijze Biologie
Pak je spullen:
Eventueel laptop
Biologieboek
Schrift voor aantekeningen
Pen
Mobiel in de tas!
Mooi! Dan gaan we beginnen!
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen?
Herhaling paragraaf 1.2: Het verteringsstelsel
Uitleg 1.3: Chemische vertering
Zelfstandig werken opdrachten 1.2
Slide 2 - Diapositive
Leg het verschil uit tussen mechanische en chemische vertering (met voorbeelden)
Slide 3 - Question ouverte
Wat doet gal en welk orgaan maakt het gal?
Slide 4 - Question ouverte
Welke groep heeft het kortste verteringstelsel?
A
Omnivoor
B
Carnivoor
C
Herbivoor
Slide 5 - Quiz
Beschrijf het verschil tussen intracellulaire vertering en extracellulaire vertering?
Slide 6 - Question ouverte
Lesdoelen
3.1 Je kunt beschrijven waar en op welke wijze voedingsstoffen worden verteerd in het darmkanaal en verklaren op welke wijze factoren dit kunnen beïnvloeden.
Slide 7 - Diapositive
Chemische vertering
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Welke binas tabellen?
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Verteringsstelsel
Zie binas 82C voor wat je niet meer hoeft te leren (want dat staat in je binas). Je moet wel begrijpen wat al deze structuren en organen doen en wat ze met elkaar te maken hebben.
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Koolhydraten
Amylase in speeksel en alvleeskliersap
Maltase, sacharase en lactase in dunne darmsap
Slide 15 - Diapositive
Eiwitten
Pepsinogeen geactiveerd tot pepsine door zoutzuur in maag
Trypsinogeen geactiveerd tot trypsine door enterokinase in twaalfvingerige darm
Peptidasen in dunne darmsap
Slide 16 - Diapositive
Vetten
Lipase in alvleeskliersap
Vetzuren verhogen pH
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Regulering twaalfvingerige darm
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Optimumkromme
PH/temperatuur
Slide 24 - Diapositive
Intacte enzymmoleculen
Enzym=eiwit
Boven bepaalde temperatuur verliezen enzymen hun structuur (40 graden bij zoogdieren)