5.4 Voortplanten

Hoe komt stuifmeel op de stamper?
Insectenbloemen :
- hebben grote, gekleurde bloemen
- hebben een lekkere geur
- maken nectar

Windbloemen:
- hebben kleine, groene bloemetjes
- hebben meeldraden en stampers die ver uit de bloem
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Hoe komt stuifmeel op de stamper?
Insectenbloemen :
- hebben grote, gekleurde bloemen
- hebben een lekkere geur
- maken nectar

Windbloemen:
- hebben kleine, groene bloemetjes
- hebben meeldraden en stampers die ver uit de bloem

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we leren vandaag?
  • Je leert hoe planten zich voortplanten.
  • Je leert hoe zaden worden verspreid .
  • Je leert wat er gebeurt in een plantenleven.

Slide 2 - Diapositive

Welkom!
5.4 Voortplanten

Startopdracht: Een plant maakt glucose hebben we geleerd. Welke andere stoffen maakt een plant nog meer? (Blz. 73)
Schrijf het op je wisbordje

Slide 3 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Huiswerk controle
  2. Belangrijke punten vorige les herhalen
  3. Uitleg 5.4

Huiswerk: vr. 1 tm 16 van paragraaf 5.4
Leer alvast voor je GP: Hoofdstuk 5

Slide 4 - Diapositive

Welke stoffen kan een plant maken van glucose?

Slide 5 - Question ouverte

Bladgroenkorrels zitten in bladeren.
Hoe zit het dan bij een cactus?

Slide 6 - Question ouverte

Op gekleurde en geurende bloemen komen insecten af, zoals bijen. De bijen eten van de bloem. Wat eet een bij?

Slide 7 - Question ouverte

Voortplanten
Voortplanten = het maken van nieuwe plantjes

Slide 8 - Diapositive

Waaruit bestaat een bloem?

Slide 9 - Diapositive

Waaruit bestaat een bloem?
  1. Bloembodem
  2. Kelkbladeren: beschermen de knop tegen kou, uitdroging en beschadiging
  3. Nectarkliertjes: maken nectar
  4. Kroonbladeren: lokt insecten
  5. Stamper: voor de voortplanting
  6. Meeldraden: voor de voortplanting

Slide 10 - Diapositive

Waarvoor krijgen planten bloemen?
De meeldraden en stamper zijn de voortplantingsorganen van de plant.

Slide 11 - Diapositive

Waarvoor zijn de meeldraden en de stamper?

In de meeldraden worden stuifmeelkorrels 
gemaakt. 

Het onderste deel van de stamper is het 
vruchtbeginsel. In het vruchtbeginsel liggen de
zaadbeginsels. In elk zaadbeginsel zit een eicel.

Slide 12 - Diapositive

Waarvoor zijn de meeldraden en de stamper?

Slide 13 - Diapositive

Hoe komt stuifmeel op de stamper?
Bestuiving: stuifmeel van de ene bloem komt op de stamper van een andere bloem

  • Via insecten
Bij insectenbloemen blijft stuifmeel plakken aan het insect 
en komt op de stamper van een andere plant.
  • Via wind
Bij windbloemen gaat het stuifmeel met de wind mee 
en komt op de stamper van een andere plant.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Hoe komt stuifmeel op de stamper?

Slide 16 - Diapositive

Maken
vr. 1 tm 16

- Dit doen we in stilte!

Slide 17 - Diapositive

Ezelsbrugje voor mannelijk en vrouwelijk deel
Meeldraden: Man

Stamper met stempel: vrouw


Je moet deze delen kunnen tekenen
met de namen erbij.

Slide 18 - Diapositive

Welkom!
5.4 Voortplanten (vervolg)
Startopdracht: 
1. Hoe noem je het vrouwelijke deel van een bloem?
2. En het mannelijke deel?
Schrijf het op je wisbordje

Slide 19 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?

  1. Herhaling
  2. Uitleg (vervolg 5.4)
  3. Huiswerk: vr. 15 tm 22 van paragraaf 5.4
  4. Als er tijd over is besteden we dit aan herhaling H5 als voorbereiding op de SO en GP.



Slide 20 - Diapositive

Herhaling
  1. Waarom krijgen planten bloemen?
  2. Op welke twee manieren kan bestuiving plaatsvinden?
  3. Waarom hangen bij windbloemen de meeldraden en stempel vaak ver uit de bloem?

Slide 21 - Diapositive

Lesdoel
  • Ik kan vertellen hoe vruchten ontstaan met zaden daarin
  • ik kan vertellen op welke 3 manieren zaden worden verspreid
  • Ik kan vertellen wat de levenscyclus is van een plant

Slide 22 - Diapositive

hoe ontstaat een vrucht met zaden? 
  1. Na de bestuiving ligt een stuifmeelkorrel op de stamper
  2. Uit de stuifmeelkorrel groeit een stuifmeelbuis naar beneden richting het vruchtbeginsel
  3. De stuifmeelkorrel zakt naar beneden (door de buis) richting het zaadbeginsel
  4. Nu smelten de stuifmeelkorrel en eicel samen. Dat heet bevruchting.

Slide 23 - Diapositive

Hoe ontstaan vruchten met zaden?

Slide 24 - Diapositive

Wat gebeurt er ná de bevruchting?
Na de bevruchting:
  1. De kroonbladeren en de kelkbladeren verdrogen.
  2. Het vruchtbeginsel groeit en wordt een vrucht. 
  3. De zaadbeginsels groeien uit tot zaden.

Slide 25 - Diapositive

Hoe worden zaden verspreid?
  • Wind
  • Dieren
  • Door de plant zelf, (schieten)

Slide 26 - Diapositive

Hoe worden zaden verspreid?

Slide 27 - Diapositive

Hoe worden zaden verspreid?

Slide 28 - Diapositive

0

Slide 29 - Vidéo

Wat gebeurt er in een plantenleven?
  1. Zaadje ontkiemt, er groeit een nieuwe plant. 
  2. Het plantje groeit uit tot volwassen plant. --> BLOEMEN!
  3. Uit bloemen ontstaan vruchten en zaden.
  4. De zaden worden verspreid.

Na de voortplanting gaat de plant dood.

Slide 30 - Diapositive

Huiswerk
Maken: vr. 15 tm 22 van paragraaf 5.4
Leren: Hoofdstuk 5

Slide 31 - Diapositive

Exit ticket
  • Ik kan vertellen hoe een vrucht ontstaat met zaden daarin
  • Ik kan vertellen op welke 3 manieren zaden worden verspreid
  • Ik kan vertellen wat de levenscyclus is van een plant

Slide 32 - Diapositive

Op welke 2 manieren kan stuifmeel verspreid worden?

Slide 33 - Question ouverte

Op welke 3 manieren kunnen zaden verspreid worden?

Slide 34 - Question ouverte

Wat voor soort bloemen zijn dit?
A
Windbloemen
B
Insectenbloemen

Slide 35 - Quiz

Waarom hebben planten bloemen?

Slide 36 - Question ouverte

Koolstofdioxide
Water
Bladgroenkorrels
Glucose
Zuurstof

Slide 37 - Question de remorquage