Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Thema 6 Voortplanting bij planten en dieren
Slide 1 - Diapositive
Kroonbladeren
Kelkbladeren
Meeldraad
Stamper
Slide 2 - Question de remorquage
Stijl
Stempel
Stamper
Vruchtbeginsel
Slide 3 - Question de remorquage
Stempel
Stijl
Kroonblad
Meeldraad
Kelk blad
Stamper
Slide 4 - Question de remorquage
Insectenbloem
Windbloem
geen
kroonbladeren
nectar
meeldraden
in de bloem
maken veel stuifmeel
geur
felgekleurde kroonbladeren
stuifmeel
kleverig
Slide 5 - Question de remorquage
De bloemen maken veel stuifmeel
A
Insectenbloemen
B
Windbloemen
Slide 6 - Quiz
De bloemen maken nectar
A
Insectenbloemen
B
Windbloemen
Slide 7 - Quiz
Hoe wordt het genoemd als stuifmeel verplaatst wordt via route 2.
A
Kruisbestuiving
B
Zelfbestuiving
C
Geen bestuiving
D
Pollensprong
Slide 8 - Quiz
Waar vind kruisbestuiving plaats?
A
1 en 7
B
1 en 2 en 3
C
1 en 4
D
3 en 5
Slide 9 - Quiz
Heeft hier bestuiving plaatsgevonden? En bevruchting?
A
wel bestuiving, geen bevruchting
B
zowel bestuiving als bevruchting
C
wel bevruchting, geen bestuiving
D
geen bestuiving, geen bevruchting
Slide 10 - Quiz
Wat zie je hier? Een...
A
Windbloem
B
Insectenbloem
C
Een lelijke bloem
D
Dit is geen bloem
Slide 11 - Quiz
Windbloem of insectenbloem?
A
Windbloem
B
Insectenbloem
Slide 12 - Quiz
In welke volgorde verloopt de voortplanting bij planten?
A
bestuiving, bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis
B
bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis, bevruchting
C
bevruchting, bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis
D
bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis, bestuiving
Slide 13 - Quiz
Bestuiving is het overbrengen van stuifmeelkorrels op de stempel van een andere plant. Wat moet hier nog aangevuld worden?
Slide 14 - Question ouverte
Probeer het nu zelf maar:
Kern van de stuifmeelkorrel
Zaadbeginsel
Vruchtbeginsel
Stempel
Kern van de eicel
Stuifmeelbuis
Stuifmeelkorrel
Stijl
Eicel
Slide 15 - Question de remorquage
Uit de bevruchte eicel ontstaat een ....................
Uit het zaadbeginsel ontstaat een ....................
Uit het vruchtbeginsel ontstaat een ....................
vrucht
kiem
zaad
Slide 16 - Question de remorquage
Wat zijn geen eetbare zaden?
A
aardbeien
B
mais
C
bruine bonen
D
witte bonen
Slide 17 - Quiz
Verspreiding zaden
A
wind
B
dieren
C
bloem zelf
Slide 18 - Quiz
In de afbeelding zijn de vruchten van de plantensoorten 1 tot en met 4 getekend. Noteer het (de) nummer(s) van de soort(en) die door de wind verspreid wordt /worden.
Slide 19 - Question ouverte
In de afbeelding zijn de vruchten van de plantensoorten 1 tot en met 4 getekend. Noteer het (de) nummer(s) van de soort(en) die door dieren verspreid wordt /worden.
Slide 20 - Question ouverte
Via welke manier van verspreiding kunnen zaden meestal het verste weg komen?
A
Via verspreiding door de wind
B
Via verspreiding door dieren
C
Via verspreiding door zichzelf
D
Allemaal even ver
Slide 21 - Quiz
Merve onderzoekt een plant met bloemen die alleen meeldraden hebben. Hoe noemen we deze bloemen?
A
Eenslachtig (mannelijk)
B
Tweeslachtig
C
Eenslachtig (vrouwelijk)
D
Onzijdig
Slide 22 - Quiz
Wat is deze boom? (klik op het plaatje om het groter te krijgen)
A
Eenhuizig
B
Tweehuizig
Slide 23 - Quiz
Hoe vindt de verspreiding van zaden bij de paardenbloem plaats?
A
Insecten
B
Wind
C
Dieren
D
Water
Slide 24 - Quiz
Een soort heeft aan de één plant alleen bloemen met meeldraden en aan de andere plant alleen bloemen met stampers. Is deze soort eenhuizig of tweehuizig?