Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
1.2 De Republiek als handelsland
Slide 1 - Diapositive
Leervragen
1. Welke producten kochten en verkochten de handelaren van de Republiek binnen Europa?
2. Welke producten kochten de handelaren van de Republiek buiten Europa?
3. Wat is VOC?
4. Wat is de WIC?
Slide 2 - Diapositive
Lees: Handel binnen Europa. Zet het juist woord op de juiste plek:
In het westen van de Republiek was de landbouw- grond niet geschikt voor het verbouwen van graan. daarvan was dat de grond. Dit had als dat boeren zich vooral bezighielden met Een daarvan was dat er handel kwam met landen die konden leveren.
Oorzaak
natte
gevolg
veeteelt
gevolg
graan
Slide 3 - Question de remorquage
Waar haalde de handelaren hun producten vandaan? Zet de juiste producten in de kaart.
graan en hout
zuivel en vis
wijn en olie
Slide 4 - Question de remorquage
Lees Naar Indië Een bewering: De reis van Cornelis de Houtman was aan de ene kant wel een succes, maar aan de kant niet. Leg dit uit. Doe het zo: Het was een succes omdat, ... maar je kan het je ook niet succesvol noemen omdat ...
Slide 5 - Question ouverte
Lees samenwerken Wat is handelskapitalisme?
A
Handel drijven
B
Handel drijven met als doel de wereld veroveren
C
Handel drijven met als doel geld uit de delen
D
Handel drijven met als doel winst maken
Slide 6 - Quiz
Waar of niet waar?
Omdat alle kleine compagnieën de goedkoopste wilden zijn, daalden de prijzen van specerijen. Daarvan werd niemand rijk.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
Waarom gingen handelaren samenwerken in compagnieën?
A
Meer winst maken
B
Risico spreiden
C
Veroveren van gebieden
D
Betere havens bouwen
Slide 8 - Quiz
Lees VOC en WIC De VOC werd opgericht in 1602, maar waar staat VOC voor?
A
Verenigde Oostelijke Compagnie
B
Verenigde Oost-Indische Club
C
Verenigde Oostwaartse Compagnie
D
Verenigde Oost-Indische Compagnie
Slide 9 - Quiz
De VOC had een aantal rechten. Wat was geen recht van de VOC?
A
De VOC mocht oorlog voeren en forten bouwen
B
De VOC mocht verdragen sluiten
C
De VOC mocht Nederland besturen .
D
De VOC mocht als enige handel drijven met Azië
Slide 10 - Quiz
WIC staat voor?
A
Woldendorpse Indische Compagnie
B
West-Indische Compagnie
C
Woeste-Indische Compagnie
D
Wereld-India Compagnie
Slide 11 - Quiz
5. Wat hoort bij de WIC?
Dit is een sleepvraag.
WIC
Kaapvaart
Handel met Azië
Handel met Amerika
Slavenhandel
Slide 12 - Question de remorquage
VOC
WIC
katoen
Amerika en Afrika
eerste aandelen
India en China
kaneel
Slide 13 - Question de remorquage
WIC
VOC
VOC
VOC
WIC
WIC
Slide 14 - Question de remorquage
VOC
WIC
Slide 15 - Question de remorquage
Schrijf nu de antwoorden van de leervragen in je schrift.
1. Welke producten kochten en verkochten de handelaren van de Republiek binnen Europa?
2. Welke producten kochten de handelaren van de Republiek buiten Europa?