Een signaalwoord is een woord of woordgroep waarmee een bepaald verband wordt aangegeven tussen verschillende alinea’s of zinnen. Door signaalwoorden kun je als lezer ‘signaleren’ dat er in de tekst sprake is van bijvoorbeeld een tegenstelling, een chronologisch verband of een oorzaak en gevolg.
Slide 7 - Diapositive
Signaalwoorden
Slide 8 - Diapositive
Antwoordstructuren
Lees de vraag goed door (wat vragen ze van je?)
Herhaal een stuk van de vraag
Signaalwoord + uitleg
Verwijzing naar de bron (optioneel)
Slide 9 - Diapositive
Toepassen
Welke kritiek heeft Erasmus op de kerk? Benoem er hier drie van.
De drie punten van kritiek die Erasmus heeft op de kerk zijn...
Priesters hielden zich niet aan het celibaat
Geestelijken vaak ongeschoold en ''dom'' waren volgens Erasmus
Geestelijken misbruik maakte van armen door veel geld te vragen voor diensten zoals iemand begraven.
Slide 10 - Diapositive
Toepassen
Waardoor ontstond er in de 16de eeuw grote onrust in de Nederlanden?
In de 16de eeuw ontstond er grote onrust in de Nederlanden doordat...
Men niet mocht kiezen welk geloof men aanhing, protestantse mensen werden vervolgt via de inquisitie, Karel V centralisatiepolitiek toepaste in zijn land.
Slide 11 - Diapositive
Het wordt moeilijker
Welk verband heeft de reformatie met het ontstaan van De Opstand?
Het verband tussen de reformatie en het ontstaan van de opstand is.....
dat door de reformatie er een duidelijk verschil is ontstaan in hoe het geloof werd beleid. De reactie van de koning (Karel V) was dit hardhandig de kop indrukken met geweld. voorbeelden hiervan is het bloedplakkaat en de inquisitie. Hier waren de protestanten het natuurlijk niet mee eens. Om deze reden kunnen we de reformatie zien als een van de oorzaak (religieus motief) voor het ontstaan van de Opstand.
Slide 12 - Diapositive
Antwoordstructuren
Lees de vraag goed door (wat vragen ze van je?)
Herhaal een stuk van de vraag
Signaalwoord + uitleg
Verwijzing naar de bron (optioneel)
Slide 13 - Diapositive
Opdracht
Schrijf voor alle volgende vragen de antwoordstructuur op.
Schrijf ook een antwoord op de vraag op. (weet je deze niet? zoek hem dan op in de teksten van je boek!)
Controleer het werk van je buurman en vergelijk dit met dat van jou. In hoeverre is deze anders?
Slide 14 - Diapositive
Vragen
Welk verband heeft het politieke beleid van Karel V met het ontstaan van De Opstand?
Welke gevolgen had de komst van Alva?
Hoe probeerde de Nederlandse Adel de onrust in de Nederlanden op te lossen rond 1566?
Wat zijn- en wie waren humanisten?
Hoe leidde de Reformatie tot een splitsing in de kerk?
Welke verschillen in opvatting zijn er tussen het lutheranisme en het calvinisme?
Hoe werd de breuk tussen de opstandige gewesten en Filips II definitief?