3.3 B Rekenen met wortels

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

3.3 B Rekenen met wortels

Maak 44

vierkant: 41, 42, 43 + nakijken

cirkel: 41, 42, 43 + nakijken

ster: 42, 43 + nakijken

Rekenen met wortels

• Je kunt bij √72 een factor voor het wortelteken brengen.
• Omdat 72 = 36 * 2 is √72 = √36 * √2 = 6√2
• Je brengt altijd een zo groot mogelijke factor voor het wortelteken.
• Dus niet √72 = √9 * √8 = 3√8. 

Rekenen met wortels

• Ook bij √(2a²) kun je een factor voor het wortelteken brengen.
• Je krijgt √(2a²) = √(a²)* √2 = a√2.
• We nemen hierbij aan dat a >0. 

Rekenen met wortels

• Afspraak
• Breng een zo groot mogelijke factor voor het wortelteken.
• Werk breuken onder worteltekens weg.

Rekenen met wortels

• Door een factor voor het wortelteken te brengen en door een wortel uit de noemer van een breuk weg te werken,
  
• kun je soms termen doe ogenschijnlijk niet gelijksoortig zijn toch samennemen.

Voorbeeld

In deze opgave is a>0. Herleid

a. 4√20 - 2√45

Voorbeeld

In deze opgave is a>0. Herleid

b. ¹⁵/_√3 + 2√3

Voorbeeld

In deze opgave is a>0. Herleid

c. √(2a²) + √(8a²)

Aan het werk...

vierkant: 45, 46, 47 + nakijken

cirkel: 45, 46, 47 + nakijken

ster: 47, 48 + nakijken

Huiswerk

vierkant: 45, 46, 47 + nakijken

cirkel: 45, 46, 47 + nakijken

ster: 47, 48 + nakijken

10 januari PW H3