M1 - La négation

BONJOUR
  • Aujourd'hui:


  • Chromebook
  • Cahier
  • Livre de textes
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

BONJOUR
  • Aujourd'hui:


  • Chromebook
  • Cahier
  • Livre de textes

Slide 1 - Diapositive

La négation
Lesdoel:
-Na deze les kan ik een zin ontkennend maken

Wanneer gebruik je dit?
Als je wilt zeggen dat iets niet zo is.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

La négation (de ontkenning)



Hoe zeg je in het Frans dat iets niet zo is?

Tu es français? --> Non, je ne suis pas français.

Slide 4 - Diapositive

Dus:

In het Nederlands: niet en geen

In het Frans altijd twee woorden: ne..... pas


Ne staat vóór de persoonsvorm

Pas staat direct achter de persoonsvorm



Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Stappenplan


1.   Zoek de persoonsvorm (eerste werkwoord in de zin).

2.  Zet ne voor de persoonsvorm

3. Zet pas achter de persoonsvorm


LET OP!: Begint de persoonsvorm met een klinker/h  -> n'



Slide 7 - Diapositive

NE/N'..........PAS
De betekenis van niet/geen is in het Frans: ne/n' ... pas

BV:          Mijn zus werkt                -        Ma soeur travaille 
                 Mijn zus werkt niet       -       Ma soeur ne travaille pas

BV:          Hij luistert muziek              -     Il écoute la musique
                 Hij luistert geen muziek  -     Il n'écoute pas la musique

Slide 8 - Diapositive

Essaye...

  1. Il mange des pommes.
  2. Nous jouons au foot.
  3.  Je suis malade.

Slide 9 - Diapositive

Uit welke twee woorden bestaat de ontkenning (niet/geen) in het Frans?
A
ne...pas
B
nes...pas
C
non...pas
D
nein...pas

Slide 10 - Quiz

Hoe maak je deze zin ontkennend?
-Je vais à l'école.
A
Ne pas je vais à l'école.
B
Je ne vais à l'école pas.
C
Je vais ne pas à l'école.
D
Je ne vais pas à l'école.

Slide 11 - Quiz

Tu es sympa (niet)
A
Tu ne es pas sympa
B
Tu es ne sympa pas
C
Tu n'es pas sympa
D
Tu n'es sympa pas

Slide 12 - Quiz

Maak ontkennend:
Nous sommes

Slide 13 - Question ouverte

Maak de zin ontkennend:
Je regarde la télé.

Slide 14 - Question ouverte

Au Travail!
Faire : 3.5, exercice 16a tm d

Apprendre : de ontkenning +  apprendre 7 en 9

Slide 15 - Diapositive