les 4.2 Instructieve teksten lezen en schrijven

Les 4.2 Nederlands
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Les 4.2 Nederlands

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • lezen 3.2 instructieve teksten
  • Schrijven van een instructie
  • vrij lezen 

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel
Je weet aan welke kenmerken een instructie voldoet en kunt zelf een instructie schrijven.

Slide 3 - Diapositive

Noem voorbeelden van
een instructie:

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

kenmerken instructie
  • Duidelijke titel ( het onderwerp) 
  • Wat heb je nodig?
  • Uitleg in stappen; begin met werkwoord
  • Korte zinnen
  • Beschrijf eventueel bij een stap het resultaat
  • Gebruik nummers of dots 
  • Gebruik signaalwoorden 
  • Gebruik afbeeldingen

Slide 7 - Diapositive

Geef één of meer voorbeelden van signaalwoorden uit een instructie

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Vidéo

Aan de slag 

Wat ga je schrijven en voor wie?
Je gaat samen met een klasgenoot een routebeschrijving maken voor een ander,
maar er is een probleem: degene die de route gaat lopen is blind.

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag (in tweetallen)

Voorbereiden: wat moet er in de routebeschrijving staan?
1. Jij en je klasgenoot krijgen twee plekken die in de routebeschrijving moeten staan:
• De tussenstop: daar moet het tweetal dat de routebeschrijving gaat lopen
langskomen.
• De eindbestemming: daar moet het tweetal eindigen.



Slide 11 - Diapositive

Denk aan:
stappen/nummering
werkwoorden
signaalwoorden 
afbeeldingen
taalgebruik passend bij doelgroep
beschrijf het resultaat (per stap en/of totaal)
de 5 W en H vragen

Slide 12 - Diapositive

Aan de slag (in tweetallen)
  • Je krijgt per tweetal  een tussenstop en een eindbestemming.

  •  Loop met je schrijfmaatje naar de tussenstop en de eindbestemming. Maak onderweg aantekeningen over de route die je neemt. Wees heel precies, want je schrijft de routebeschrijving voor iemand met een blinddoek om!


Slide 13 - Diapositive

Schrijven: de routebeschrijving
1. Maak nu met je schrijfmaatje de routebeschrijving. 

2. Is de tekst af? Probeer de routebeschrijving samen met je schrijfmaatje uit. Gebruik daarbij een blinddoek. Komen jullie op de goede plek uit? Als dat niet zo is, waar ligt dat aan? Verander nog wat in je tekst als het nodig is.

3. lever de routebeschrijving in bij opdrachten in teams voorzien van de namen (zie opdrachten)



timer
30:00

Slide 14 - Diapositive

Test je tekst: de routebeschrijving van een ander tweetal uitproberen 

 Je gaat samen met je schrijfmaatje de routebeschrijving van een ander tweetal uitproberen. En zij gaan jullie tekst uitproberen. 

Slide 15 - Diapositive

Uitwisselingen: de routebeschrijving bespreken
  •  Hoe  ging het schrijven van de routebeschrijving 
  • Waar ga je op letten als je weer een routebeschrijving moet maken?
  • Wat ging er goed?
  • Wat  had beter gekund?

Slide 16 - Diapositive

Weektaak
  • Lezen hoofdstuk 3.2 instructieve teksten opgaven maken
  • Beter spellen dagopgaven

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive