4.3 LEZEN

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 3

4.3 LEZEN 

blz. 106

Na deze les weet je:

Hoe de relatie tussen beeld en tekst in een reclame is.

RECLAME

tekst:  opvallende lay-out

 

beeld: foto, plaatje, afbeelding

hoofddoel: activeren

2e doel: informeren

 

Kijk naar Bron 1 blz. 107

en 

Beantwoord vraag 3 a t/m f

Twee soorten reclame

Commerciële: overhalen om iets te kopen

Ideële: gedrag bij mensen veranderen

Ideële reclame

commerciële reclame

Bekijk bron 2 blz. 108

en 

Beantwoord vraag 6 a t/m f

MEERKEUZEVRAGEN

Aan de slag

 

        Opdracht 11 t/m 13

blz. 112

Wat is het hoofddoel van een reclametekst?

1. informeren
2. amuseren
3. activeren
4. overtuigen

Wat is het hoofddoel van een recept?

1. activeren
2. overtuigen
3. amuseren
4. informeren

Wat wordt bedoeld met de lay-out?

1. de uitleg van de tekst
2. de afbeelding bij de tekst
3. de opmaak van de tekst

Wat is volgens jou het Gouden Windei?

1. Het lege ei van een winderige kip
2. Een prijs voor de beste Paasreclame
3. Een prijs voor de meest misleidende reclame
4. Een Koninklijk ei

Nakijken

 

 Opdracht 11 t/m 13

blz. 112

Na deze les...

...weet je hoe je betrouwbare informatie kunt herkennen.

en

...ken je de begrippen voor de leestoets van volgende week

Betrouwbare informatie? blz. 115

informatieve website

nieuwssite

blog

verkoopsite

Goed om te weten voor 

je PWS!

Quiz met 12 vragen

over de begrippen die je moet kennen voor de toetsweek

Ga naar

Ga naar...

1. Wat wordt bedoeld met de LAY OUT van een tekst?

1. de kopie
2. de vergroting
3. de opmaak

2. Wat is het belangrijkste tekstdoel van reclame?

1. informeren
2. overtuigen
3. amuseren
4. activeren

3. Wat is naast activeren vaak het belangrijkste tekstdoel van reclames?

1. amuseren
2. informeren
3. overtuigen

4. Wat is het doel van ideële reclame?

1. geld verdienen
2. Je overtuigen
3. Je informeren
4. Je activeren

5. Wat is een open vraag?

1. een meerkeuzevraag
2. antwoord zelf onder woorden brengen

6. Welk verband hoort bij het signaalwoord MAAR?

1. opsomming
2. tegenstelling
3. conclusie

7. Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord DUS?

1. oorzaak - gevolg
2. opsommend
3. concluderend

8. Welk signaalwoord geeft een opsommend tekstverband aan?

1. bovendien
2. zoals
3. doordat

9. Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord DAARDOOR?

1. concluderend
2. oorzaak/ gevolg
3. opsommend

10. Wat is de meest betrouwbare website?

1. een verkoopsite
2. een blog
3. een nieuwssite

11. Wat is de HOOFDGEDACHTE van een tekst?

1. het onderwerp
2. de hoofdmening van de schrijver
3. de conclusie

12. Nederlanders zijn betrouwbaar.
Dit is .... informatie.

1. subjectieve
2. objectieve