M4: herhalende les 4.3 LEZEN (en 4.2 en 4.3)

1.4 LEZEN : advertentie/reclame
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1.4 LEZEN : advertentie/reclame

Slide 1 - Diapositive

4.3
Advertenties/reclames (commercieel en ideeël )
Tekstdoelen van advertenties
Functies van beelden

Slide 2 - Diapositive

RECLAME

tekst:  lay-out

 

beeld: foto, plaatje, afbeelding


hoofddoel: activeren


2e doel: informeren

 


Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Twee soorten reclame

Commerciële: overhalen om iets te kopen



Ideële: gedrag bij mensen veranderen

Slide 5 - Diapositive

Ideële reclame
commerciële reclame

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Inloggen maar!
Log in in de Lesson-Up

Slide 8 - Diapositive

Wat is het hoofddoel van een reclametekst?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 9 - Quiz

Wat is het hoofddoel van een recept?
A
activeren
B
overtuigen
C
amuseren
D
informeren

Slide 10 - Quiz

Wat wordt bedoeld met de lay-out?
A
de uitleg van de tekst
B
de afbeelding bij de tekst
C
de opmaak van de tekst

Slide 11 - Quiz

Wat is volgens jou het Gouden Windei?
A
Het lege ei van een winderige kip
B
Een prijs voor de beste Paasreclame
C
Een prijs voor de meest misleidende reclame
D
Een Koninklijk ei

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Vidéo

De kindermaag gamet lekker mee.

Slide 14 - Diapositive

Wat is naast activeren vaak het belangrijkste tekstdoel van reclames?
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen

Slide 15 - Quiz

Functies beeld advertentie

Slide 16 - Carte mentale

Functies beeld advertentie
• aandacht trekken;
• informatie toevoegen;
• de naam van de adverteerder toelichten;
• de tekst verduidelijken.

Slide 17 - Diapositive

Tekstdoelen advertentie

Slide 18 - Carte mentale

Tekstdoelen advertentie
• de lezer aansporen om iets te kopen of te doen;
• de lezer amuseren;
• de lezer informeren;
• de lezer overtuigen;
• de lezer een mening laten overnemen.

Slide 19 - Diapositive

Wat is het doel van ideële reclame?
A
geld verdienen
B
Je overtuigen
C
Je informeren
D
Je activeren

Slide 20 - Quiz

Welk verband hoort bij het signaalwoord MAAR?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
conclusie

Slide 21 - Quiz

Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord DUS?
A
oorzaak - gevolg
B
opsommend
C
concluderend

Slide 22 - Quiz

Welk signaalwoord geeft een opsommend tekstverband aan?
A
bovendien
B
zoals
C
doordat

Slide 23 - Quiz

Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord DAARDOOR?
A
concluderend
B
oorzaak/ gevolg
C
opsommend

Slide 24 - Quiz

Wat is de meest betrouwbare website?
A
een verkoopsite
B
een blog
C
een nieuwssite

Slide 25 - Quiz

Wat is de HOOFDGEDACHTE van een tekst?
A
het onderwerp van de tekst in 1 zin
B
belangrijkste zin wat schrijver zegt over onderwerp
C
de conclusie in 1 zin

Slide 26 - Quiz