Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
WERKWOORDSPELLING tt vt
Werkwoordspelling
1 / 23
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
23 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Werkwoordspelling
Slide 1 - Diapositive
Programma
- Werkwoorden
- Persoonsvorm tegenwoordige tijd
- Aan de slag in de methode
Slide 2 - Diapositive
Hoe vind je de persoonsvorm?
Slide 3 - Question ouverte
Hoe vind je de persoonsvorm?
- De zin van tijd te veranderen
- Er een vraagzin van maken
Slide 4 - Diapositive
Ik
koop
een fles frisdrank in de supermarkt
Ik
kocht
een fles frisdrank in de supermarkt
Wie
lust
er een koekje?
Wie
lustte
er een koekje?
Slide 5 - Diapositive
Werkwoorden
- Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Ik
loop
naar huis
-
Persoonsvorm verleden tijd
Ik
liep
naar huis
Slide 6 - Diapositive
Voltooid deelwoord:
Ik heb een fiets
gekocht.
De
uitgebrande
auto --> Voltooid deelwoord als bijvoeglijk
Slide 7 - Diapositive
Het hele werkwoord (de infinitief):
Klara moest naar huis
lopen
Klara moet naar huis
lopen
Slide 8 - Diapositive
Het tegenwoordig deelwoord
Kiki liep
giechelend
door het bos
Kiki liep
zingend
door het bos
Slide 9 - Diapositive
Engelse werkwoorden
Engelse werkwoorden vervoeg je op dezelfde manier als Nederlandse werkwoorden.
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
persoonsvorm
tegenwoordige tijd
enkelvoud
ik
....jij/je
gebiedende wijs
stam
u
hij/zij/het
jij/je
namen
stam+t
meervoud
wij/we
zij
jullie
...
hele werkwoord
Het hele werkwoord -en noemen we de stam.
Meervoud van dingen telt ook als meervoud
De honden lopen
over straat.
Alle planten hebben
water gekregen.
Alle stopcontacten zijn
beveiligd.
Een moeilijk woord voor hele werkwoord is
infinitief
Slide 12 - Diapositive
Aangepaste stam
Stam --> lopen --> lop
Ik-vorm --> ik loop
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Mijn vader (worden) morgen vijftig jaar
Slide 15 - Question ouverte
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Vul de persoonsvorm tegenwoordige tijd in: Het vuur (branden) niet goed
Slide 18 - Question ouverte
Vul de persoonsvorm tegenwoordige tijd in: Ik (branden) van verlangen om het nieuws te horen.
Slide 19 - Question ouverte
Vul de persoonsvorm tegenwoordige tijd in: Wat (worden) jij later?
Slide 20 - Question ouverte
Is het goed als ik je door dit doolhof (leiden)?
Slide 21 - Question ouverte
Morgen (worden) je broer 25.
Slide 22 - Question ouverte
Niets (weerhouden) je ervan om de oefening nog een keer te maken.
Slide 23 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Tegenwoordige tijd
Mars 2021
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Spelling persoonsvorm in de tt
Juin 2019
- Leçon avec
36 diapositives
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Spelling persoonsvorm in de vt
Juin 2019
- Leçon avec
25 diapositives
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Tegenwoordige tijd
Décembre 2020
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Tegenwoordige tijd
Octobre 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
werkwoorden
Novembre 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Groeipad
Secundair onderwijs
Klas 1 MH Blok 1 lezen en extra uitleg spellingtoets les 5
Novembre 2021
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,4
Werkwoordspelling tegenwoordige tijd en verleden tijd
Janvier 2021
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1