4,4-4,5 ( Massa en rekenen aan reactie)

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Massa en wet van massabehoud

Leerdoelen

• Je leert wat de 'wet van massabehoud' betekent;
• Je leert om te rekenen met massaverhoudingen.

Bij chemische reacties is het belangrijk om de stoffen in de juiste verhouding bij elkaar te voegen.

• Je kunt de molverhouding uit een reactievergelijking halen.
  
• Je kunt rekenen met de molverhouding, waarbij je ook weer het rekenschema toepast.

Lavoisier 

2 filmpjes

Hierbij 2 filmpjes met uitleg. Kijk zelf welke je het fijnst vindt om te kijken. 

Wat is de massa aan kaasplakjes?

1. ?
2. 245
3. 80
4. 220

Hoe noemen we 'de wet van Lavoisier' tegenwoordig?

Wat staat er in de wet die Lavoisier heeft beschreven?

Als er 11 gram is aan vierkantjes en 31,80 gram driehoekjes wat is dan de massa rondjes?

Natrium : chloor
23 : 35,45
Er is 10 gram natrium, hoeveel chloor nodig?

voor 10 gram natrium is dus 15,4 gram chloor nodig

10 gram natrium en 15,4 gram chloor geeft hoeveel gram keukenzout ?

voor 10 gram natrium is dus 15,4 gram chloor nodig

voor 10 gram natrium is dus 15,4 gram chloor nodig

Koolstof (s) + zuurstof (g)
12,0 : 32,0
Er is 15,2 gram koolstof hoeveel zuurstof nodig om alles om te zetten?

1. ?
2. 1,27
3. 5,7
4. 40,5

Bereken de molaire massa van glucose?

C​6​​H​12​​O​6​​

Bereken de molaire massa van koperoxide, CuO

vraag 28 en 29 maken

Hoeveel mol is 0,14 g natriumchloride?

Hoeveel gram weegt 0,125 mol waterstofperoxide ?

H​2​​O​2​​

Hoeveel gram is 4 mol methaan?

CH​4​​

Hoeveel mol is 5 gram ammoniak?

NH​3​​

De molverhouding

De verhouding waarin moleculen met elkaar reageren, kun je uit de reactievergelijking halen. Hiervoor heb je een kloppende reactievergelijking nodig!

Molverhouding

Water ontleedt in de niet-ontleedbare stoffen waterstof en stikstof.

De molverhouding is 2 : 2 : 1

2 H​2​​O−>2 H​2​​+O​2​​

Molverhouding

C₆H₁₂O₆ (s) + 6 O₂ (g) --> 6 CO₂ (g) + 6 H₂O (l) 

Voor de verbranding van 1 mol glucose is 6 mol zuurstof nodig, en dat levert 6 mol koolstofdioxide en 6 mol water op.

De molverhouding is 1 : 6 : 6 : 6

Wat is hier de molverhouding?

Oefenen: voorbeeldopgave 7

Stap 1: Geef de reactievergelijking

Stap 2: Reken de gegeven massa om naar mol

Stap 3: Gebruik de molverhouding uit de reactievergelijking

Stap 4: Reken de hoeveelheid mol om naar de juiste grootheid en eenheid.

Oefenen: voorbeeldopgave 7

Oefenen: voorbeeldopgave 7

Oefenen: voorbeeldopgave 7

Oefenen: voorbeeldopgave 7

Oefenen: voorbeeldopgave 7

Berekeningen

Instructie:

- nu maken opdracht 3

- opdrachten 3.4 en 4.5 NOVA  30 t/m 38

paragraaf 4,4  XXXXX