Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Grammar recap unit 5 + 6 H2
Grammar recap unit 5 + 6
1 / 33
suivant
Slide 1:
Diapositive
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
33 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Grammar recap unit 5 + 6
Slide 1 - Diapositive
Aims
At the end of this lesson you can....:
- form a past simple
- form a past continuous
- fill in the correct ps or pc form
- place the adverb of frequency in the correct spot
- you can use the correct adjectives and adverbs
Slide 2 - Diapositive
Past simple vs Past continuous
Twee vormen van verleden tijd:
- Past simple
- Past continuous
Slide 3 - Diapositive
Uitleg
Wanneer gebruiken we de past simple? (verleden tijd)
Om te zeggen dat iets in het verleden gebeurde en voorbij is.
For example
- She talked to her friend yesterday.
Slide 4 - Diapositive
Uitleg
What does a past simple look like?
werkwoord + ed
Onregelmatig: 2e kolom
I missed
I ate
Slide 5 - Diapositive
Uitleg
Wanneer gebruiken we de past continuous? (Duurvorm verleden tijd)
Als iets een tijdje aan de gang was in het verleden
For example
- The phone was ringing loudly.
Slide 6 - Diapositive
Uitleg
What does a past continuous look like?
+
was / were + werkwoord + ing
Slide 7 - Diapositive
Verschil:
De past continuous was al bezig en de past simple onderbreekt datgene. Een korte plotselinge gebeurtenis.
I
was washing
my hair when the doorbell
rang
.
He
was running
when his ankle
broke
.
You
were cooking
when the chicken
fell.
Slide 8 - Diapositive
Past Simple or Past Continuous?
She had a great time yesterday evening.
A
past simple
B
past continuous
Slide 9 - Quiz
Fill in (past continuous)
My mother ................... her car (to drive).
Slide 10 - Question ouverte
Fill in (past continuous)
My brothers ................... their car (to drive).
Slide 11 - Question ouverte
Adverbs of frequenty: bijwoorden van frequentie
always = altijd
often = vaak
never = nooit
sometimes = soms
usually = meestal
rarely = zelden
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Hoe ga je te werk?
1. zoek als eerst het werkwoord op.
2. plaats dan het bijwoord van frequentie
VOOR
het werkwoord.
LET OP!
Als het werkwoord een vorm is van to be (am, are, is, was, were) dan staat het bijwoord van frequentie
ACHTER
het werkwoord.
Slide 14 - Diapositive
1. He __________ listens __________ to the radio.
2. They ___________ read ___________ a book.
3. Tom _________ is _________ very friendly.
4. Pete _________ gets _________ angry.
5. We _________ are _________ on time.
Sleep het bijwoord op de juiste plek
often
sometimes
usually
never
always
Slide 15 - Question de remorquage
I take sugar in my coffee. (sometimes)
Slide 16 - Question ouverte
Ramon and Frank are hungry. (often)
Slide 17 - Question ouverte
We were late for school. (never)
Slide 18 - Question ouverte
Zinsvolgorde
Concrete tijdaanduidingen (bijwoorden van tijd) staan aan het begin of eind van de zin:
Yesterday, I got up early.
I got up early yesterday.
Maak het jezelf makkelijk – tijd altijd achteraan
Slide 19 - Diapositive
Plaats + tijd
- Ben walks to work every morning.
- Sam has been in Canada since April.
- I'm going to Paris on Monday.
Plaats staat altijd voor de tijd. Maak het jezelf makkelijk en zet altijd de tijd achteraan in een zin.
Slide 20 - Diapositive
Zinsvolgorde:
Zinsvolgorde:
Wie doet wat waar wanneer?
My sister drove to Italy last summer
I went to school last week
I got up late for swimming this morning
Slide 21 - Diapositive
her I met in town yesterday
Put in the correct word order
Slide 22 - Question ouverte
Tennis on a Sunday play I sometimes
Slide 23 - Question ouverte
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Ezelsbruggetje
Slaat het woord terug op een zelfstandig naamwoord?
I
I
Ja Nee
/ \
Adjective Adverb (+ly)
Slide 28 - Diapositive
It is a ______ day today. The class is _______ loud today.
A
terrible, terribly
B
terribly, terrible
C
terrible, terrible
D
terribly, terribly
Slide 29 - Quiz
He is very sensible. He always drives the car very ________.
A
careful
B
carefully
Slide 30 - Quiz
The tajine smells _____.
A
good
B
well.
Slide 31 - Quiz
Aims
At the end of this lesson you can....:
- form a past simple
- form a past continuous
- fill in the correct ps or pc form
- place the adverb of frequency in the correct spot
- you can use the correct adjectives and adverbs
Slide 32 - Diapositive
En, snap je alles?
A
Ja
B
Nee
C
Na extra oefenen wel
Slide 33 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Grammar recap Unit 6 H2
Juin 2023
- Leçon avec
27 diapositives
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Past Simple
Juin 2022
- Leçon avec
30 diapositives
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Past Simple
Juin 2022
- Leçon avec
22 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3
Past Simple Questions & Negations
Juin 2022
- Leçon avec
28 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
laatste les
Juin 2022
- Leçon avec
32 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
laatste les
Juin 2022
- Leçon avec
31 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
25-01 RECAP U3
Janvier 2022
- Leçon avec
47 diapositives
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
GRAMMAR Unit 3
Mars 2022
- Leçon avec
22 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3