6.3 woorden

6.3 woorden
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

6.3 woorden

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
- Je herkent verschillende soorten van taalplezier

- Je leert de betekenis van woorden

- Je kunt moeilijke woorden in een zin gebruiken

Slide 2 - Diapositive

Welke functies heeft taal?

Slide 3 - Carte mentale

Palindroom
Uitleg
Een palindroom is een spiegelwoord.
Je kan het het van voor naar achteren lezen en andersom.

Slide 4 - Diapositive

Maak een palindroom

Slide 5 - Question ouverte

Pangram
exquis = heerlijk
Uitleg
Een pangram is een zin waar alle letters van het alfabet in voorkomen.
Pan = alles , Gram = schrijfsel (in het Grieks)

Slide 6 - Diapositive

collectie (grappige) verzamelnamen
Uitleg
In elke verzameling heeft het woord voor de verzameling
ook een samenhang met het woord daarna.

Slide 7 - Diapositive

Maak een grappige verzamelnaam passend bij de vorige collectie.

Slide 8 - Question ouverte

Oxymoron
Uitleg
Een stijlfiguur waarbij twee woorden worden gecombineerd die elkaar in hun letterlijke betekenis tegenspreken.

Slide 9 - Diapositive

Wat is een oxymoron? (2 antwoorden)
A
De auto hoest en kucht
B
Oorverdovende stilte
C
Een exacte schatting
D
De Bezige Bij

Slide 10 - Quiz

Spoonerisme
slaatje bla
kontje bloter
spekkere lulletjes
kunst en schetenwappen



Uitleg
Een spoonerisme is een meestal bewuste verspreking waarbij de klanken of letters van woorden verwisseld worden.

Het verschijnsel is vernoemd naar de Engelse dominee en William Archibald Spooner.

Slide 11 - Diapositive

'Poffers kakken' is een spoonerisme van welke woorden?

Slide 12 - Question ouverte

Welk moeilijk woord hoort bij de volgende betekenis: duidelijk, als je er zeker van bent.
A
stellig
B
ultiem
C
concept

Slide 13 - Quiz

Welk moeilijk woord hoort bij de volgende betekenis: angstig, gevaarlijk, gewaagd
A
primitief
B
accuraat
C
respectievelijk
D
hachelijk

Slide 14 - Quiz

Maken
4, 5A, 6, 8A, 11AB, 12A

Slide 15 - Diapositive