Vier fases van Jodenvervolging in WO II

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 2

Holocaust

- vier fasen van de Jodenvervolging

- Capitulatie Duitsland.

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je de vier fases van de Jodenvervolging in WO II, de functie van concentratiekampen benoemen en de capitulatie van Duitsland beschrijven.

Introduceer het leerdoel van de les.

Wat weet je al over de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog?

Terugblik

Fase 1 discriminatie: In de eerste fase werden Joden gediscrimineerd en uitgesloten van de samenleving.

Fase 2: Getto's: In de tweede fase werden Joden gedwongen om in getto's te wonen, afgesloten van de rest van de samenleving.

Dit tafelvoetbalspel ligt in het Nationaal Holocaust Museum. Wat zou het verhaal kunnen zijn achter het spel?

Nico Kroese, 11 geworden

 (Amsterdam, 23 januari 1932

– Sobibór, 16 juli 1943)

Nico Kroese en zijn joodse en niet-joodse vrienden hebben heel vaak met dit tafelvoetbalspel gespeeld. Voordat Nico en zijn familie in 1943 werden gedeporteerd, gaf Nico het spel in bewaring bij Cor Spaargaren, een vriendje uit de straat. Nico zei erbij dat hij zou terugkomen en dan het spel zou komen ophalen. De dag daarna werden Nico en zijn familie gedeporteerd. Nico is nooit teruggekomen. Zijn vriend, Cor Spaargaren, heeft het tafelvoetbalspel zijn hele leven lang goed bewaard. 

Fase 3: Deportatie

In de derde fase werden Joden gedeporteerd naar concentratiekampen, waar velen werden vermoord. Ook wordt er geweld gebruikt (razzia's) / wonen in ghetto's.

Leg uit wat deportatie betekent en waarom concentratiekampen werden gebruikt.

• Voor de Duitsers zijn concentratiekampen veel 'overzichtelijker' en 'effectiever' om het 'Joodse probleem' op te lossen.
• Waar in ghetto's nog manieren worden gevonden om te verstoppen voor de Duitsers, is dat in de kampen vrijwel onmogelijk.

Kun jij een paar concentratiekampen noemen?

Waarom spraken de Duitsers van een werkkamp en niet van een vernietigingskamp?

Fase 4: Vernietiging

In de vierde fase werden Joden systematisch vermoord in vernietigingskampen zoals Auschwitz.

Beschrijf de verschrikkingen van de vernietigingskampen en waarom deze werden gebouwd.

Zyklon B

Het was oorspronkelijk een bestrijdingsmiddel tegen ongedierte 

en bestond al vóór de oorlog.

Zyklon B bestaat uit korrels die verdampen (blauwzuur) 

als ze in contact komen met lucht.

Concentratiekampen

Concentratiekampen werden gebruikt om Joden en andere 'ongewenste' groepen op te sluiten en te vermoorden.

Leg uit wat concentratiekampen waren en waarom ze werden gebruikt.

Als de oorlog op zijn einde loopt, moeten de Duitsers al het bewijsmateriaal voor hun misdaden laten verdwijnen: elk lichaam moet weer worden opgegraven en verbrand.

De Amerikaanse generaal Eisenhower bekijkt de verkoolde lichamen van mensen,
die waarschijnlijk op het laatste moment nog door de Duitsers zijn vebrand.

Capitulatie Duitsland

Op 8 mei 1945 capituleerde Duitsland en kwam er een einde aan de Tweede Wereldoorlog in Europa.

Beschrijf wat capitulatie betekent en waarom het belangrijk is.

6.000.000...

6 jaar oorlog

=

1 miljoen joden per jaar

=

83.000 joden per maand

=

>2700 joden per dag

Let op: het systematisch uitroeien begon pas in 1942

Herdenking

Vandaag de dag worden de slachtoffers van de Jodenvervolging en de Tweede Wereldoorlog herdacht.

Leg uit waarom het belangrijk is om de slachtoffers te herdenken en hoe dit wordt gedaan.

Nooit meer?

Na de Tweede Wereldoorlog zijn er gedurende verschillende (burger)oorlogen

groepen mensen vanwege hun afkomst vermoord:

Irak (Koerden)

Joegoslavië (Bosniërs)

Rwanda (Tutsi’s)

Turkije (Armeniërs)

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.