Thema 7 Blok 3 Veranderde wereldhandel

Thema 7 
Veranderde wereldhandel
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
mens en maatschappijMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Thema 7 
Veranderde wereldhandel

Slide 1 - Diapositive

Je spijkerbroek is een wereldreiziger
Grondstoffen:  Katoen uit China, India en de VS
Weven van de katoen in China en Vietnam
Maken van lappen stof in Polen en andere Oost-Europese landen 
Wassen van de stoffen in Bangladesh, bleken in Haïti 
Verven van de stof  in Bangladesh of India

Snijden van de stof in El Salvador
Naaien van de broek en knopen eraan in Bangladesh
Knopen eraan zetten in Cambodja
Labels erin zetten in India en dan staat er "made in India"  en dan worden de broeken vervoert naar bijvoorbeeld Nederland

Je kan uitleggen waarom het label 'Made in...' weinig zegt over waar het product is gemaakt.

Slide 2 - Diapositive

VERPLAATSEN VAN ARBEID
150 jaar geleden werd onze kleding in Twente gemaakt. Tegenwoordig is deze industrie verplaatst naar Zuid-Oost Azie. Daar zijn de lonen laag. Steeds meer wordt geproduceerd in LAGELONENLANDEN  

Multinationals (H&M, Zara, Ikea etc)  laten de verschillende onderdelen van hun producten daar maken waar dat het goedkoopst is. Dat is dus in verschillende landen, op verschillende continenten. 
 



Slide 3 - Diapositive

0

Slide 4 - Vidéo

Sneller en goedkoper
Via internet kan je uit  vrijwel alle landen goederen bestellen. 

Dit is een gevolg van MONDIALISERING OF GLOBALISERING => de steeds verdergaande uitwisseling van goederen/spullen en informatie en samenwerking van mensen uit verschillende landen. 

De wereld lijkt steeds kleiner te worden. De absolute afstand (= aantal km) veranderd niet. De relatieve afstand (=reistijd) wel.  

Moderne communicatie- en vervoersmiddelen maken het makkelijker, sneller en goedkoper om met elkaar te handelen en communiceren. 
Je kan uitleggen waarom de wereld steeds kleiner wordt.

Slide 5 - Diapositive

Sneller en goedkoper
Er zijn twee soorten  goederen in goederenvervoer: 
  1.   Massagoederen: Onverpakte goederen die in grote hoeveelheden worden vervoerd. Ze worden op het schip 'gestort'
  2.  Stukgoederen: losse of verpakte goederen zoals schoenen, zakken rijst, dozen kleding. Ze worden op het schip geladen in containers

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Vrije handel 
Invoerheffingen worden afgeschaft => Vrije handel

De World Trade Organisation (WTO) streeft naar vrijhandel in de hele wereld

Voordeel => Meer goedkope producten
Nadeel =>  Arbeid verdwijnt - veel schade voor het milieu

Slide 8 - Diapositive

0

Slide 9 - Vidéo

Waarom daar?
Locatie- of vestigingsplaatsfactoren bepalen of een bedrijf zich op een bepaalde plaatst vestigt. Redenen die een rol kunnen spelen: 
  • Goede Infrastructuur = goede havens, spoorlijnen, internet  
  • Zijn er voldoende arbeiders 
  • Hebben mensen expertise/kennis ofwel goede opleidingen?  
  • Lage lonen 
  • Stabiele regering
  • Minder strenge milieueisen => in Nederland betalen bedrijven een hoge milieuheffing. In veel Afrikaanse landen niet...
je kan vertellen wat locatie- of vestigingsfactoren zijn.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

Economische groeilanden
In de 17e eeuw was Nederland hét centrum van de wereldhandel. Nu zijn de VS (nr 1)  en China (nr 2) de grote spelers.  

Landen die sinds 2000 het hardst zijn gegroeid zijn:  Brazilë, Rusland, India en China (BRIC-landen) Deze landen zijn snel geïndustrialiseerd. Steden zijn gegroeid door urbanisatie = trek van platteland naar de stad.

De industrie in deze BRIC-landen is snel gegroeid doordat buitenlandse bedrijven investeerden in fabrieken en infrastructuur. 
je kan uitleggen waarom sommige landen economisch sterk groeien

Slide 12 - Diapositive

Economische groeilanden
Door de economische groei nam het BNP (=Bruto Nationaal Product)  snel toe.  

BNP =>  de waarde van alle goederen en diensten die geproduceerd worden in een land of dat wat iedereen verdient in een land. 

Als het BNP hoog is, wordt er veel gebouwd en komt er steeds meer werk in deze landen. Hierdoor worden deze landen een belangrijke afzetmarkt voor bedrijven. (Afzetmarkt = landen waar producten verkocht worden)

In Nederland groeit de industrie nauwelijks. Bedrijven worden zelfs overgenomen door Indiase of Chinese bedrijven => Tata Steel. 
je kan uitleggen waarom sommige landen economisch sterk groeien

Slide 13 - Diapositive

De invloed van China
  • China heeft de grootste bevolking van de wereld: 
-1,4 miljard mensen wonen in China;
-de Chinese bevolking blijft ook nog groeien.
  • Veel Chinezen vestigen zich buiten China om te studeren, handel te drijven of een andere investering te doen. 
  • Maar China wordt zelf ook wel de 'fabriek van de wereld' genoemd omdat er in Chinese fabrieken veel wordt geproduceerd. 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Lien

0

Slide 18 - Vidéo