als/ dan

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Trappen van vergelijking

Slide 2 - Diapositive

DOEL


- Je weet wanneer je als/dan moet gebruiken bij de trappen van vergelijking


Slide 3 - Diapositive

De trappen van vergelijking
Stellende trap
Vergrotende trap
Overtreffende trap
aardig
aardiger
het aardigst
lekker
lekkerder
het lekkerst
lief
liever
het liefst

Slide 4 - Diapositive

Trappen van vergelijking
ALS =
DAN =
vergrotende trap
Eindigt het woord op er: DAN
stellende trap
even / net zo
ALS

Slide 5 - Diapositive


als / dan

Mijn schooltas is zwaarder 
die van Emma. 
A
als
B
dan

Slide 6 - Quiz


als / dan

Mijn zus heeft evenveel schoenen
ik.
A
als
B
dan

Slide 7 - Quiz


als / dan

Hij is er net zo goed in
mijn vader.
A
als
B
dan

Slide 8 - Quiz

Wat past er op de puntjes?:
Mijn oudere broer verdient .......... ik als pizzakoerier
A
beter
B
meer dan
C
meer als
D
minder

Slide 9 - Quiz

Wat past er op de puntjes?:
Mijn zus is .......... onze moeder
A
even lang als
B
dikker als
C
dunner als
D
langer als

Slide 10 - Quiz

Wat past er op de puntjes?:
Zijn mobieltje is ..... dat van mij.
A
ouder als
B
nieuwer dan

Slide 11 - Quiz

Wat past er op de puntjes?:
Senna is groter ..... Yael.
A
als
B
dan

Slide 12 - Quiz

Yael kan even goed hockeyen ..... Senna.
A
als
B
dan

Slide 13 - Quiz

Yael woont langer in Eindhoven ....Senna.
A
als
B
dan

Slide 14 - Quiz

Gelukkig was de vraag niet groter ..... het aanbod.
A
als
B
dan

Slide 15 - Quiz

Hij is net zo leuk ..... jij.
A
als
B
dan

Slide 16 - Quiz

Ik ken zijn broer beter ..... zijn zus.
A
als
B
dan

Slide 17 - Quiz

Als je cijfers niet beter worden, zit er niets anders op ..... over een ander school te gaan nadenken.
A
als
B
dan

Slide 18 - Quiz

Zij is zeker niet beter in grammatica ..... Gerard.
A
als
B
dan

Slide 19 - Quiz

Dat nieuwe lokaal heeft dezelfde afmetingen ..... de oude lokalen.
A
als
B
dan

Slide 20 - Quiz

De nieuwe spits scoort meer ..... men van hem verwachtte.
A
als
B
dan

Slide 21 - Quiz