SA ouders en opvoeders

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 2

Ouders en opvoeders

Lesdoelen

1. De student kan twee vragen benoemen die je kunt stellen tijdens de ochtendoverdracht 
2. De student kan de 4 factoren benoemen die zorgen voor verschillen in de opvoeding van ouders en pedagogisch medewerkers 

De overdracht 

Dit klinkt heel zakelijk, maar dat is het zeker niet. Tijdens een overdracht bespreek je samen hoe het met je kindje gaat en wat eventuele aandachtspuntjes zijn voor de dag.

Schrijf minimaal 2 vragen op die je kunt stellen tijdens de ochtendoverdracht

Wie is er (het meest) verantwoordelijk voor de opvoeding van het kind

1. Ouders
2. Pedagogisch medewerker
3. Beide

Waar denk jij aan bij een samenwerkingsrelatie met ouders?

Welke verschillen zijn er in opvoeden als gezin of in een kinderdagverblijf?

Verschillen in opvoeden:

• verschil in emotionele band
• verschil in organisatie
• verschil in omgeving
• groepsgrootte  

Wat wordt er bedoeld met 'Verschil in emotionele band'?

Kies een foto waarbij het verschil in omgeving duidelijk wordt

Formele relaties 

Informele relaties

Familie 

Vrienden

Collega's

Ouders /opvoeders 

Pedagogisch medewerker 'Wij weten wel wat goed is voor uw kind'

Dit kun je wel zeggen

Dit kun je niet zeggen

Opdracht

1. Bedenk in tweetallen wat je kunt doen om een professionele relatie op te bouwen met een ouder
2. Verwerk deze informatie in een poster
3. De poster maak je via Canva 

Klassikaal bespreken

Wat neem je mee uit deze les?