Les 7 4 september Meer dan Lezen Herhaling leerjaar 2
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3
Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Cursus 1 Meer dan Lezen
Herhaling leerjaar 2
Slide 2 - Diapositive
Startopdracht
5 minuten de tijd voor:
1. Lees de uitgedeelde tekst in stilte
2. Pak je laptop
3. Start LessonUples op
4. Ga naar Nieuw Nederlands online
5. Wacht tot iedereen klaar is
timer
5:00
Slide 3 - Diapositive
Programma vandaag:
- startopdracht
- herhaling leerjaar 2
- aan de slag
- huiswerk
Slide 4 - Diapositive
Welke vraag moet je stellen om het onderwerp te vinden van een tekst?
Slide 5 - Question ouverte
Wat moet je doen als je een onbekend woord tegenkomt in de tekst?
Slide 6 - Carte mentale
Hoe noemen we deze manieren van 'woorden raden'?
Slide 7 - Question ouverte
Je hebt 5 woordraadstrategieën geleerd vorig jaar:
1. een synoniem zoeken in de tekst
2. een omschrijving zoeken in de tekst
3. een voorbeeld zoeken in de tekst
4. een tegenstelling zoeken in de tekst
5. een bekend woorddeel zoeken
Slide 8 - Diapositive
Hoe noemen we een aantal zinnen die bij elkaar horen, omdat ze over hetzelfde deelonderwerp gaan?
Slide 9 - Question ouverte
Waar vinden we de belangrijkste informatie van een alinea (de kernzin)?
A
Altijd in de eerste zin van de alinea
B
Altijd in de tweede zin van de alinea
C
Altijd in de laatste zin van de alinea
D
In de 1e, 2e of laatste zin van de alinea
Slide 10 - Quiz
'Voor een cake heb je nodig: bloem, boter, suiker, een ei en bakpoeder.' In deze zin staat een:
A
voorbeeld
B
tijdsvolgorde
C
opsomming
D
tegenstelling
Slide 11 - Quiz
'Eerst tekenen we de figuren en maken we een kartonnen bordspel van de game. Daarna gaan de programmeurs aan de slag. Ten slotte wordt het spel getest.' In deze zinnen staat een:
A
voorbeeld
B
tijdsvolgorde
C
opsomming
D
tegenstelling
Slide 12 - Quiz
'Er zijn veel vakmensen betrokken bij het maken van een game, zoals tekenaars, programmeurs en geluidstechnici.' In deze zin staat een:
A
voorbeeld
B
tijdsvolgorde
C
opsomming
D
tegenstelling
Slide 13 - Quiz
Er zijn veel vakmensen betrokken bij het maken van een game, zoals tekenaars, programmeurs en geluidstechnici.
Aan welk signaalwoord kun je zien dat hier sprake is van het tekstverband voorbeeld?
Slide 14 - Question ouverte
Welk woord moet worden ingevuld op de puntjes? De belangrijkste informatie in een tekst of programma noem je ..... ....... lees je vaak in de inleiding en in het slot. Lees ook de eerste en laatste zin van elke alinea, want in een van deze zinnen staan ook .......
A
onderwerpen
B
deelonderwerpen
C
hoofdzaken
D
bijzaken
Slide 15 - Quiz
Aan de slag
§ 1 Herhaling leerjaar 2 kgt
Cursus 1 Meer dan lezen
Maken opdracht 1 en 2
Ben je klaar? Dan mag je het huiswerk gaan maken: opdracht 3