4BD - Grammar: The Past

Hoi allemaal!

Je gaat vandaag deze LessonUp lezen en maken.
Als je klaar bent kun je de woordjes voor de toets gaan leren. Aan het eind van deze LessonUp staat een linkje naar het oefenmateriaal.
In Magister staat wat je moet leren voor de toets van volgende week vrijdag.
Je krijgt nu nog een keer uitleg over de verleden tijd in het Engels (Past Simple, Past Continuous en Present Perfect) en je maakt hier ook oefenvragen bij. Deze oefenvragen lijken op de vragen op je toets.
Let's go!
1 / 53
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

Cette leçon contient 53 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoi allemaal!

Je gaat vandaag deze LessonUp lezen en maken.
Als je klaar bent kun je de woordjes voor de toets gaan leren. Aan het eind van deze LessonUp staat een linkje naar het oefenmateriaal.
In Magister staat wat je moet leren voor de toets van volgende week vrijdag.
Je krijgt nu nog een keer uitleg over de verleden tijd in het Engels (Past Simple, Past Continuous en Present Perfect) en je maakt hier ook oefenvragen bij. Deze oefenvragen lijken op de vragen op je toets.
Let's go!

Slide 1 - Diapositive

Grammar 
Past tenses



Goal: You can use the past  in English :)

Slide 2 - Diapositive

 de Past Simple
Dat is de gewone verleden tijd.

Iets was in het verleden, en het is nu klaar.

Je maakt de Past Simple door -ed achter het werkwoord te zetten (of rij 2 van de irregular verbs)

Slide 3 - Diapositive

Past Simple              (v.t.)

Wanneer:              Verleden tijd (afgerond)

                                  (yesterday, a week ago)


Hoe:                       Werkwoord + ED

Onregelm.   -->  Rij 2    

Bij X:               --> Didn't + werkwoord (ZONDER ED)

Bij ?:               --> Did + werkwoord (ZONDER ED)      

I walked

He ran

We didn't walk

Did you run?


Slide 4 - Diapositive

Gewone verleden tijd in het Engels
Walked
Smiled

Didn't walk
Didn't smile

Did you walk?
Did you smile?

Slide 5 - Diapositive

To be

To go

To cut

To do

To feel
Was/were

Went   

Cut

Did

Felt

Slide 6 - Diapositive

Ken je de verleden tijd van deze woorden?

Slide 7 - Diapositive

To walk

Slide 8 - Question ouverte

To live

Slide 9 - Question ouverte

To cry

Slide 10 - Question ouverte

To drink
A
drank
B
drunk
C
drinked
D
drinken

Slide 11 - Quiz

To eat
A
eated
B
eaten
C
ate
D
ated

Slide 12 - Quiz

To bet
A
betted
B
bet
C
betten
D
bets

Slide 13 - Quiz

To begin

Slide 14 - Question ouverte

To come

Slide 15 - Question ouverte

To buy

Slide 16 - Question ouverte

To do

Slide 17 - Question ouverte

Vul nu de goede vorm van de verleden tijd in -->

Slide 18 - Diapositive

I ... (phone) my friend last night.

Slide 19 - Question ouverte

I ... (call) my friend last night.

Slide 20 - Question ouverte

I ... (ring) my friend last night.

Slide 21 - Question ouverte

Irregular Verbs
Remember?


Slide 22 - Diapositive

I ... (be) at school yesterday.

Slide 23 - Question ouverte

I ... ... (not eat) pizza last week.

Slide 24 - Question ouverte

... you ... (watch) the football match yesterday?

Slide 25 - Question ouverte

Past Continuous

Wanneer:       Was in het verleden aan de gang


Hoe:                Was/Were + werkwoord met -ING

Bij X:        --> Wasn't/Weren't + werkwoord met -ING

Bij ?:        --> Was/Were vooraan in de zin, + ww met -ING    

I was walking                                 Was he walking?

We weren't walking                     Were you walking?

Slide 26 - Diapositive

Past Simple + Past Continuous

- Komen vaak samen voor in 1 zin

- Er is dan iets aan de gang (P.C.), en dat wordt onderbroken door een (korte) actie (P.S.)

- Vaak staat het woord when of while dan in de zin:


         I was eating, when a pidgeon attacked me!

        While I was eating, a pidgeon attacked me!

Slide 27 - Diapositive

I ...... with my friends when it started to rain
A
hung out
B
was hanging out

Slide 28 - Quiz

Leila was playing tennis when she ......
her ankle
A
hurt
B
was hurting

Slide 29 - Quiz

Last night we ...... tv when my dad came home
A
watched
B
were watching

Slide 30 - Quiz

When I .... into the canteen everyone was talking
A
walked
B
was walking

Slide 31 - Quiz

When she was swimming in the sea she ..... a huge shark
A
saw
B
was seeing

Slide 32 - Quiz

They were sleeping when the car alarm ...... off.
A
went
B
was going

Slide 33 - Quiz

I ...... when I met my classmate Kate
A
shopped
B
was shopping

Slide 34 - Quiz

Gio .... in the gym when his phone rang
A
worked out
B
was working out

Slide 35 - Quiz

Present Perfect

Slide 36 - Diapositive

Present Perfect =
De voltooide tijd

Iets is begonnen in het verleden,
-  en nu nog aan de gang
- en heeft nu nog resultaat

Of als je het over een ervaring hebt

Slide 37 - Diapositive

Present Perfect 

Slide 38 - Diapositive

Je maakt een present perfect door:

have/has + werkwoord met -ed erachter (of rij 3 van de irregular verbs)

Slide 39 - Diapositive

Even oefenen...
met de Past Perfect

Slide 40 - Diapositive

They ..............written a text
A
have
B
has

Slide 41 - Quiz

I............................
fed the hamster.
A
have
B
has

Slide 42 - Quiz

Victoria .......................
read the newspaper.
A
have
B
has

Slide 43 - Quiz

Maak present perfect:
Grandmother ....... (bake) a cake.

Slide 44 - Question ouverte

Maak de present perfect:
Martha..... her homework. (finish)

Slide 45 - Question ouverte

Maak present perfect:
We ..... (not pack) yet.

Slide 46 - Question ouverte

Maak de present perfect:
We .... .... to school (go)

Slide 47 - Question ouverte

Peter says he ... such a beautiful bird before
A
never saw
B
has never seen

Slide 48 - Quiz

I ... new headphones, so I can listen to my music now
A
bought
B
have bought

Slide 49 - Quiz

... Janice lately? I need her advice.
A
Did you see
B
Have you seen

Slide 50 - Quiz

Aranka ... here since she was seven years old.
A
lived
B
has lived

Slide 51 - Quiz

I still ... what I'm looking for.
A
didn't find
B
haven't found

Slide 52 - Quiz

The End!
Je bent nu klaar met je Grammar les van Engels.
Je kunt nu woordjes gaan leren. Klik daarvoor op het linkje dat in Magister staat bij de toets van volgende week vrijdag.

Tot volgende week! 


Slide 53 - Diapositive