Herhaling organen en orgaanstelsels

Organen
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Organen

Slide 1 - Diapositive

Doelen
Herhalen van eerder geleerde leerdoelen

Slide 2 - Diapositive

We beginnen bij het begin
Niveaus van leven in een organisme:
  • Organisme
  • Orgaanstelsel
  • Orgaan
  • Weefsel
  • Cel
                                                                                                       > Zie aant. 3.1 

Slide 3 - Diapositive

Wat is een orgaan?

Slide 4 - Question ouverte

Wat is een weefsel?

Slide 5 - Question ouverte


Zenuwstelsel

Verteringsstelsel

Spierstelsel

Ademhalingsstelsel

Beenderenstelsel

Slide 6 - Question de remorquage

1
2e weet wat voedingsmiddelen, voedingsstoffen en voedingsvezels zijn.


Je kunt de werking van enzymen beschrijven


Je kent verschillende manieren van conserveren.
1Je weet wat voedingsmiddelen, voedingsstoffen en voedingsvezels zijn.


Je kunt de werking van enzymen beschrijven


Je kent verschillende manieren van conserveren.

3e weet wat voedingsmiddelen, voedingsstoffen en voedingsvezels zijn.


Je kunt de werking van enzymen beschrijven


Je kent verschillende manieren van conserveren.
1Je weet wat voedingsmiddelen, voedingsstoffen en voedingsvezels zijn.


Je kunt de werking van enzymen beschrijven


Je kent verschillende manieren van conserveren.

4e weet wat voedingsmiddelen, voedingsstoffen en voedingsvezels zijn.


Je kunt de werking van enzymen beschrijven


Je kent verschillende manieren van conserveren.
1Je weet wat voedingsmiddelen, voedingsstoffen en voedingsvezels zijn.


Je kunt de werking van enzymen beschrijven


Je kent verschillende manieren van conserveren.

5e weet wat voedingsmiddelen, voedingsstoffen en voedingsvezels zijn.


Je kunt de werking van enzymen beschrijven


Je kent verschillende manieren van conserveren.
1Je weet wat voedingsmiddelen, voedingsstoffen en voedingsvezels zijn.


Je kunt de werking van enzymen beschrijven


Je kent verschillende manieren van conserveren.
Je weet wat voedingsmiddelen, voedingsstoffen en voedingsvezels zijn.


Je kunt de werking van enzymen beschrijven


Je kent verschillende manieren van conserveren.

6e weet wat voedingsmiddelen, voedingsstoffen en voedingsvezels zijn.


Je kunt de werking van enzymen beschrijven


Je kent verschillende manieren van conserveren.
1Je weet wat voedingsmiddelen, voedingsstoffen en voedingsvezels zijn.


Je kunt de werking van enzymen beschrijven


Je kent verschillende manieren van conserveren.
Je weet wat voedingsmiddelen, voedingsstoffen en voedingsvezels zijn.


Je kunt de werking van enzymen beschrijven


Je kent verschillende manieren van conserveren.

Slide 7 - Diapositive

mond, slokdarm, lever, maag, dunne darm, dikke darm, anus
neusholte, mondholte, luchtpijp, long
bloedvaten, hart
Schedelbeenderen, ribben, wervelkolom, overige botten
hersenen, ruggenmerg, zenuwen
Bloedvatenstelsel
Ademhalingsstelsel
Verteringsstelsel
Beenderenstelsel
Zenuwstelsel

Slide 8 - Question de remorquage

Zorg dat je lichaam afvalstoffen kwijtraakt
Zorgt voor stevigheid, beweging en bescherming van organen
Laat alle organen werken en samenwerken
Neemt zuurstof op en geeft koolstofdioxide af
Vervoert voedingsstoffen, zuurstof en andere stoffen
Beenderenstelsel
Bloedvatenstelsel
Uitscheidingsstelsel
Zenuwstelsel
Ademhalingsstelsel

Slide 9 - Question de remorquage

Torso met organen

Slide 10 - Diapositive

Torso met middenrif
Slokdarm, Aorta, Holle Ader gaan door middenrif

Slide 11 - Diapositive

Is dit een orgaan?
A
Ja!
B
Nee!

Slide 12 - Quiz

Welke volgorde klopt
(van groot naar klein)
A
Cel > Weefsel > Orgaan
B
Orgaan > Weefsel > Cel
C
Weefsel > Orgaan > Cel
D
Cel > Orgaan > Weefsel

Slide 13 - Quiz

Wat is de functie van het hart
A
Bloed rondpompen
B
zuurstof door het lichaam pompen
C
koolstofdioxide door het lichaam pompen

Slide 14 - Quiz

Lever
Dikke darm
Dunne darm
Maag

Slide 15 - Question de remorquage


Welk orgaan maakt urine?
A
Nieren
B
Blaas
C
Lever
D
Longen

Slide 16 - Quiz

Zet de prikker op de lever. 
Zet deze op de lever

Slide 17 - Question de remorquage

Buikholte
Borstholte
Dunne darm

Urineblaas
luchtpijp
longen

Slide 18 - Question de remorquage