Herhaling H2 Voeding en vertering 2024

Voeding en vertering
Herhaling
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Voeding en vertering
Herhaling

Slide 1 - Diapositive

Basisstof 2.1 voedingsmiddelen

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel

Je kunt de functies van voedingsstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen noemen.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

In je voeding zit voedingsvezel.
In welke voedingsmiddelen zit voedingsvezel?
A
In dierlijke voedsel
B
In plantaardig voedsel
C
In beide
D
In geen van beide

Slide 5 - Quiz

Basisstof 2.2 voedingsstoffen

Slide 6 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt zes groepen voedingsstoffen noemen met hun functies en kenmerken.

Slide 7 - Diapositive

Zes groepen voedingsstoffen
Er bestaan zes soorten voedingsstoffen.

Deze  hebben allemaal één of meer functies in het lichaam.

Slide 8 - Diapositive

In sportvoeding zitten veel eiwitten. Eiwitten zijn belangrijk voor de:
A
botten
B
hersenen
C
spieropbouw
D
nieren

Slide 9 - Quiz

koolhydraten zijn?
A
brandstof en bouwstof
B
brandstof
C
beschermende stof en bouwstof
D
brandstof, bouwstof en reserve

Slide 10 - Quiz

Water is een:
A
Bouwstof
B
Brandstof
C
Reservestof
D
Beschermende stof

Slide 11 - Quiz

Voeding en vertering




2.3 Het verteringsstelsel

Slide 12 - Diapositive

Leerdoelen
  • De functie van vertering, verteringssappen en enzymen beschrijven.
  • De delen van een gebit noemen met hun functie.
  • De werking en functie van de darmperistaltiek beschrijven.

Slide 13 - Diapositive

Verteren
Verteren gebeurt in twee stappen:


Slide 14 - Diapositive

Mechanische vertering

Slide 15 - Diapositive

De functie van kauwen
A
Voedsel in kleine stukjes verdelen
B
Het oppervlak vergroten
C
Voedsel in grotere stukken verdelen
D
Het oppervlak vergroten en voedsel in kleine stukken verdelen

Slide 16 - Quiz

Het gebit bestaat uit verschillende gebitselementen,
we noemen die...
A
Melktanden en blijvende tanden
B
Voortanden en kiezen
C
Kiezen, snijtanden en voortanden
D
Hoektanden, snijtanden en kiezen

Slide 17 - Quiz

Verteringssappen bevatten enzymen

Slide 18 - Diapositive

Wat is het doel van spijsvertering?
A
Voedingsstoffen verteren ( kleiner maken) om eventueel opgenomen te worden
B
Voedingstoffen eten
C
Voedingstoffen uitpoepen zodat je schoner bent
D
Om je eten zo goed mogelijk eetbaar te maken zodat je meer energie krijgt.

Slide 19 - Quiz

Darmperistaltiek

Slide 20 - Diapositive

Waardoor ontstaan de peristaltische bewegingen van de darmen?
A
Lengtespieren
B
Kringspieren
C
Lengte- en kringspieren

Slide 21 - Quiz

De organen voor vertering
Purrmassage

Slide 22 - Diapositive

Doel van de les
  • Je kunt de functies en kenmerken van de delen van het verteringsstelsel noemen.
  • Je kunt de verteringssappen noemen met hun functies.

Slide 23 - Diapositive

Spijsverteringsstelsel
Ademhalingsstelsel

Slide 24 - Diapositive


Gal wordt gemaakt in:
Gal wordt opgeslagen in:
A
Galblaas - Lever
B
Galblaas - Galblaas
C
Lever - Lever
D
Lever - Galblaas

Slide 25 - Quiz

Maagsap is erg zuur, wat is de functie van maagsap
A
kapot maken van voedingsstoffen
B
doden van bacteriën

Slide 26 - Quiz

Wat gebeurt er in je dunne darm?
A
Opname vocht
B
Opname voedingsstoffen
C
Opslagplaats voedsel
D
Helemaal niets

Slide 27 - Quiz

Wat is de taak van de dikke darm?
A
Het verteren van vezels
B
Het opnemen van voedinstoffen
C
Het onttrekken van vocht uit de onverteerbare resten
D
De ontlasting je lichaam uit laten gaan

Slide 28 - Quiz

Gezonde voeding

Slide 29 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kan en advies over gezonde voeding geven met de Schijf van Vijf
  • Je weet wat gezond gewicht is en welke keuzes daarbij passen
  • Je kunt mogelijke oorzaken en gevolgen geven van eetstoornissen, en voorbeelden noemen.

Slide 30 - Diapositive

Overgewicht en ondergewicht

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

Wat is een eetstoornis?
A
Veel eten
B
Weten niet wat je moet eten
C
afwijkend eetgedrag
D
Een keer in twee dagen eten

Slide 33 - Quiz

Welke symptomen heeft iemand met Boulimia?
A
Deze persoon braakt vaak na het eten
B
Deze persoon eet vrijwel niks
C
Deze persoon let veel op verpakkingen en hoeveelheden

Slide 34 - Quiz

2.6 Voedselbederf

Slide 35 - Diapositive

Leerdoelen
  •  Je kunt manieren beschrijven om voedselbederf tegen te gaan

Slide 36 - Diapositive

Op welke manieren conserveren?

Slide 37 - Diapositive

Hoe kun je een voedselvergiftiging krijgen?
A
Door bedorven voedsel te eten
B
Door niet gevarieerd genoeg te eten
C
Door te weinig vitaminen te eten

Slide 38 - Quiz

Wat is conserveren?
A
Een manier om voedsel te bewaren
B
Een manier hoe bacteriën en schimmels zich voortplanten
C
Een manier om voedsel te maken
D
Een manier om bacteriën en schimmels te doden

Slide 39 - Quiz

Wat voor manier van conserveren is hier gebruikt?
A
Drogen
B
Verhitten
C
Koelen
D
Vacuüm verpakken

Slide 40 - Quiz