4.1 Voedsel

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Planning

1. uitleg toetsweek

2. start thema 4

PTA

Lesdoelen

1. Je weet wat voedingsmiddelen, voedingsstoffen en voedingsvezels zijn.
   
2. Je kunt de werking van enzymen beschrijven
   
3. Je kent verschillende manieren van conserveren.
   

Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Voedingsmiddelen: alles wat je eet of drinkt

 

Bestaan uit:

- Voedingsstoffen: bruikbare bestanddelen van voedsel

- Voedingsvezels: onverteerbare stoffen die de darmperistaltiek bevorderen

Dit is een aantekening

Opdracht

1. Wat maken melkzuurbacteriën voor voedingsmiddelen? En schimmels?

2. Wat zijn enzymen?

3. Wat wordt bedoeld met enzymactiviteit?
4. Welke factoren beïnvloeden deze activiteit?

5. Wat is conserveren?

6. Hoe kun je conserveren? Noem minstens 3 manieren met uitleg

Tip; lees 4.1 uit boek 4b

1. bacteriën, schimmels en gist

melkzuur bacteriën -> yoghurt of zuurkool

schimmels -> kazen, medicijnen, alcohol (door gisten)

Je noemt dit biotechnologie!

2. Enzymen

Enzymen zijn speciale eiwitten die reacties versnellen​

• Elk enzym kan slechts 1 soort reactie versnellen, ze zijn specifiek​
  
• Enzymen worden zelf niet verbruikt

Enzymactiviteit

3. Enzymactiviteit: de snelheid waarmee een enzym de reactie versnelt

​​4. Factoren die enzymactiviteit beïnvloeden:​

• Temperatuur​
  
• Zuurgraad (pH)​

Enzymactiviteit

Conserveren

5. Langer houdbaar maken van voedsel

6. Ongunstig maken van de omstandigheden van micro-organismen door:
                     > Temperatuur (vriezen/ koelen/ pasteuriseren/ steriliseren)             
                     > Zuurstof wegnemen
                     > Water wegnemen
                     > Conserveermiddelen (zuur, suiker, zout)

Aan de slag

Zelf 3 opdrachten kiezen bij 4.1