persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden

Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden

Slide 1 - Diapositive

Uitleg ...

Slide 2 - Diapositive

Welke persoonlijke voornaamwoorden ken je al in het Engels?

Slide 3 - Question ouverte

"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
Susan
A
he
B
we
C
you
D
she

Slide 4 - Quiz

"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
dog
A
he
B
it
C
you
D
I

Slide 5 - Quiz

"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
my teachers
A
you
B
we
C
I
D
they

Slide 6 - Quiz

Bezittelijke voornaamwoorden
Mijn                             My
Jouw                           Your
Zijn                              His
Haar                             Her
Zijn/haar                      Its
Ons/onze                    Our
Jullie                            Your
Hun                              Their

Slide 7 - Diapositive

Voorbeelden
1. That is my bag!
2. She pets her cat.
3. They read their books.
4. I like your phone!
5. The dog licks its tail.

Slide 8 - Diapositive

'My' is een bezittelijke voornaamwoord en betekent 'mijn'.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Bezittelijk voornaamwoord:
ons / onze
A
us
B
we
C
our
D
hour

Slide 10 - Quiz

Well done!


Slide 11 - Diapositive

Sleep de woorden naar het juiste rijtje
Persoonlijke voornaamwoorden
Bezittelijke
voornaamwoorden
I
My
Their
It
His
Its
We
She
You
Your

Slide 12 - Question de remorquage