Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Wat voor staat is België
A
Eenheidsstaat
B
Waterschap
C
Gemeente
D
Federale staat
Slide 3 - Quiz
Nederland heeft met België:
A
Gesloten grenzen
B
Open grenzen
C
Harde grenzen
Slide 4 - Quiz
Wat bepaald voor de meeste Belgen de Nationale identiteit?
A
Godsdienst
B
Paspoort (nationaliteit)
C
Taal
D
Woongebied/woonplaats
Slide 5 - Quiz
Noem een reden om te verhuizen naar België als Nederlander.
Slide 6 - Question ouverte
https:
Slide 7 - Lien
De taalgrens in België is niet wettelijk vastgelegd
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Wat is geen officiële taal in België?
A
Duits
B
Nederlands
C
Frans
D
Luxemburgs
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Vidéo
Niet alleen taal zorgt voor verschillen. Benoem andere mogelijke verschillende als je kijkt naar identiteit en mentaliteit van Belgen en/of Nederlanders.
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Vidéo
België is verdeeld in het Nederlandstalige Vlaanderen, het Franstalige Wallonië en een Duitstalige groep. Hoe wordende twee verschillende overheden genoemd?
Slide 13 - Question ouverte
Sleep de onderstaande namen naar de juiste plek in de kaart van Belgie.