H2 Paragraaf 1 'Taalstrijd'

1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Terugblik: Volgende vragen gaan over het vorige hoofdstuk

Slide 2 - Diapositive

Zet de cijfers 1 en 2 onder elkaar.
Welke twee begrippen horen bij de volgende omschrijvingen?
1. Het gericht zijn op eigen dorp en gemeente.
2. Inwoners van een gebied houden vast aan hun eigen geschiedenis en cultuur.

Slide 3 - Question ouverte

Sleep de vier woorden naar de juiste omschrijving:
grens van een land die wordt gevormd door zeeën, meren, rivieren of bergen.
door mensen getrokken grens tussen twee landen.
deel van de zee langs de kust van een land met een breedte van twaalf zeemijl.
de scheidingslijn tussen twee landen die te herkennen is aan een hek of grenspalen.
landsgrens
territoriale wateren
natuurlijke grens
kunstmatige grens

Slide 4 - Question de remorquage

Toen België nog 'gewoon' bij Nederland hoorde...
Zo rond 1815...

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Wat bepaald voor de meeste Belgen de Nationale identiteit?
A
Godsdienst
B
Paspoort (nationaliteit)
C
Taal
D
Woongebied/woonplaats

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Diapositive

Niet alleen taal zorgt voor verschillen. Benoem andere mogelijke verschillende als je kijkt naar identiteit en mentaliteit van Belgen en/of Nederlanders.

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Sleep de onderstaande namen naar de juiste plek in de kaart van Belgie.

Tip: gebruik een atlas.
Wallonie
Antwerpen
Brussel
Vlaanderen

Slide 19 - Question de remorquage

België is verdeeld in het Nederlandstalige Vlaanderen, het Franstalige Wallonië en een Duitstalige groep.
Hoe worden deze groepen genoemd?

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

Taalverschillen
België bestaat uit drie gebieden elk met hun eigen taal
Vlaanderen -> Vlaams (Nederlands)
Wallonië -> Frans
Duits grensgebied -> Duits
Vroeger was Frans de officiële taal. 
Sinds 1898 zijn er dus drie officiële talen: Frans, Nederlands en Duits.
Territorialiteitsbeginsel = Het gebied waar je woont bepaalt welke taal de officiële taal is.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

De verschillende regeringen
De zes regeringen zijn de regeringen van:
  1. de federale staat 
  2. de Vlaamse gemeenschap en het Vlaamse gewest samen 
  3. de Duitse gemeenschap 
  4. de Waalse gemeenschap 
  5. het Waalse gewest 
  6. het Brussels hoofdstedelijk gewest. 


Slide 24 - Diapositive

Grenzen en identiteit

België als buurland

Slide 25 - Diapositive

Hoe België is verdeeld
In gemeenschappen

Slide 26 - Diapositive

Hoe België is verdeeld
In gemeenschappen
De Vlaamse gemeenschap
Hier wordt Belgisch-Nederlands (Vlaams) gesproken

Slide 27 - Diapositive

Hoe België is verdeeld
In gemeenschappen
De Franse gemeenschap
Hier wordt Frans gesproken

Slide 28 - Diapositive

Hoe België is verdeeld
In gemeenschappen
De Duitse gemeenschap
Hier wordt Duits gesproken

Slide 29 - Diapositive

Hoe België is verdeeld
In gemeenschappen
De gemeenschap Brussel is
officeel tweetalig en hoort bij het Franse én het Vlaamse deel!

Slide 30 - Diapositive

Hoe België is verdeeld
In gewesten
Vlaanderen

Slide 31 - Diapositive

Hoe België is verdeeld
In gewesten
Wallonië

Slide 32 - Diapositive

Hoe België is verdeeld
In gewesten
Brussels
Hoofdstedelijk
Gewest

Slide 33 - Diapositive

Hoe België is verdeeld
Samengevat

Slide 34 - Diapositive

§3 Migratie en grensverkeer
Wonen bij de buren
  • Nederlanders gaan wonen in België omdat de huizen er goedkoper zijn
  • Belgen gaan wonen in Nederland voor bijvoorbeeld werk of studie

Slide 35 - Diapositive