2.2 stoffen zuiveren

2.2 stoffen zuiveren
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

2.2 stoffen zuiveren

Slide 1 - Diapositive

Adsorberen
adsorptiemiddel:
Hieraan hecht de stof die je wilt verwijderen. 

Je kunt het vervolgens samen met het adsorptiemiddel eruit filteren. 

Slide 2 - Diapositive

Bij adsorptie hechten stoffen zich aan het
A
adsorptiemiddel
B
extractiemiddel
C
filter
D
oplosmiddel

Slide 3 - Quiz

Bij adsorberen kun je stoffen scheiden door een verschil in
A
aanhechting
B
deeltjesgrootte
C
dichtheid
D
oplosbaarheid

Slide 4 - Quiz

Je kunt de kleurstof uit cola halen door adsorberen. Sleep de drie stappen in de juiste volgorde.
1
2
3

Slide 5 - Question de remorquage

Na adsorberen moet je filtreren. Welke stof wordt dan verwijderd uit de suspensie?
A
alleen de ongewenste stoffen
B
alleen het adsorptiemiddel
C
de ongewenste stoffen en het adsorptiemiddel
D
geen enkele

Slide 6 - Quiz

Indampen
Bij indampen verdampt de vloeistof en de vaste stof blijft over. 

Slide 7 - Diapositive

Welk mengsel scheid je door indampen?
A
emulsie
B
legering
C
oplossing
D
suspensie

Slide 8 - Quiz

Bij indampen maak je gebruik van de eigenschap dat stoffen verschillen in
A
deeltjesgrootte
B
oplosbaarheid
C
aanhechting
D
kookpunt

Slide 9 - Quiz

Chantal wil de geurstoffen uit rozenblaadjes halen om er parfum van te maken.
Theo wil gifstoffen uit het aquarium halen.
Aref wil suiker uit een suikeroplossing halen.
Wie gebruikt de scheidingsmethode indampen?
A
aref
B
chantal
C
theo
D
niemand

Slide 10 - Quiz

indampen is het scheiden van een
A
emulsie
B
suspensie
C
oplossing

Slide 11 - Quiz

Je kunt zeewater scheiden in water en zout doordat de stoffen verschillen in
A
deeltjesgrootte
B
dichtheid
C
kookpunt
D
oplosbaarheid

Slide 12 - Quiz

Bij indampen verdampt de stof met het ---- kookpunt
A
hoogste
B
laagste

Slide 13 - Quiz

Welke situatie heeft te maken met indampen?
Wel indampen
geen indampen
Verf uit je kleren halen
Het roeren van suiker in je thee
het drogen van de was
Het maken van oploskoffie
Het verwijderen van blaadjes uit de sloot
Het droogkoken van rijst

Slide 14 - Question de remorquage

Destilleren

Destilleren is eigenlijk hetzelfde als indampen, alleen hier koel je de damp weer af en vang je het op.

Slide 15 - Diapositive

Destilleren

Wat acherblijft in de kolf is het residu

wat door de koeler heen gaat het destillaat.

Slide 16 - Diapositive

In zeewater is zout
A
de opgeloste stof
B
het oplosmiddel

Slide 17 - Quiz

De vloeistof die je opvangt bij destilleren, heet:
A
residu
B
destillaat

Slide 18 - Quiz

De stof in de destilleerkolf is het:
A
residu
B
destillaat

Slide 19 - Quiz

Welk mengsel kun je door destillatie scheiden?
A
een legering
B
een mengsel van 2 gassen
C
een mengsel van 2 vaste stoffen
D
een mengsel van 2 vloeistoffen

Slide 20 - Quiz

Je wilt een mengsel van twee vloeistoffen van elkaar scheiden. Door welk verschil in stofeigenschap lukt dat?
A
verschil in dichtheid
B
verschil in kleur
C
verschil in kookpunt
D
verschil in oplosbaarheid

Slide 21 - Quiz

Waardoor kun je een mengsel destilleren?


A
omdat 1 stof beter blijft vastzitten aan het oplosmiddel
B
omdat 1 stof eerder kookt dan de andere
C
omdat 1 stof klein genoeg is en door het buisje past.

Slide 22 - Quiz

Het opvangen van het oplosmiddel gebeurt bij
A
indampen
B
destilleren

Slide 23 - Quiz

De opgelost stof blijft als enige stof over. Dat is bij
A
indampen
B
destilleren

Slide 24 - Quiz

Het scheiden van een oplossing van een vaste stof met een oplosmiddel gebeurt vooral bij
A
indampen
B
destilleren

Slide 25 - Quiz

Het scheiden van een oplossing van twee oplossingen met een oplosmiddel gebeurt vooral bij

A
indampen
B
destilleren

Slide 26 - Quiz