Woordenschat de houding/begrip/onbegrip
1 / 13
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Wat zou jouw houding zijn?
1. Je hebt de deur dicht gedaan, maar je bent de sleutel vergeten.
1. Je hebt de deur dicht gedaan, maar je bent de sleutel vergeten.
Bewogen
Onbewogen
Slide 4 - Sondage
Wat zou jouw houding zijn?
2. Je komt binnen bij je oma, ze is gevallen.
2. Je komt binnen bij je oma, ze is gevallen.
Bewogen
Onbewogen
Slide 5 - Sondage
Wat zou jouw houding zijn?
3. De auto van de buurman is stuk.
3. De auto van de buurman is stuk.
Bewogen
Onbewogen
Slide 6 - Sondage
Slide 7 - Diapositive
Voor wie heb je begrip en voor wie onbegrip?
1. een man scheld een vrouw op de fiets uit, omdat ze niet uitkijkt.
1. een man scheld een vrouw op de fiets uit, omdat ze niet uitkijkt.
Begrip
Onbegrip
Slide 8 - Sondage
Voor wie heb je begrip en voor wie onbegrip?
2. Een kind huilt omdat het verloren heeft met knikkeren.
2. Een kind huilt omdat het verloren heeft met knikkeren.
Begrip
Onbegrip
Slide 9 - Sondage
Voor wie heb je begrip en voor wie onbegrip?
3. Je vriend is boos omdat hij van zijn moeder niet bij jou mag spelen.
3. Je vriend is boos omdat hij van zijn moeder niet bij jou mag spelen.
Begrip
Onbegrip
Slide 10 - Sondage
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
(Les) doel check
timer
0:30
Mijn inzet/gedrag was deze les:
Dit vond ik van de les:
Ik vond het lesniveau....
