1.5 Woorden les 1 en 2

1.5 Woorden les 1
1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

1.5 Woorden les 1

Slide 1 - Diapositive

Spoorboekje
  • Lesdoel bespreken
  • Maken van opdracht 1
  • Hoe leer jij woordjes?
  • Samen de woorden leren en oefenen
  • Zelfstandig aan het werk

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het eind van deze paragraaf:
  • kun je 25 nieuwe woorden gebruiken;
  • weet je wat voorvoegsels zijn.


Maak nu opdracht 1 op bladzijde 49

Slide 3 - Diapositive

woordenlijst oefenen
Je ziet steeds een aantal woorden en de betekenis(sen). Bekijk deze slides heel goed. Daarna volgt steeds een oefening.

Slide 4 - Diapositive


achterhalen  

te weten komen
=

Slide 5 - Diapositive


afgeleid  

1. ontstaan uit een ander woord
2. de aandacht op iets anders gericht
=

Slide 6 - Diapositive


flexibel  

buigzaam, past zich makkelijk aan
=

Slide 7 - Diapositive


fotoshoppen / photoshoppen
  

bewerken van een digitale foto op de computer
=

Slide 8 - Diapositive


het gadget
  

hebbeding,   grappig voorwerp zonder veel waarde
=

Slide 9 - Diapositive

fotoshoppen / 
photoshoppen
afgeleid
het gadget
achterhalen
flexibel
hebbeding
buigzaam
te weten komen
de aandacht op iets anders vestigen
bewerken van een digitale foto op de computer

Slide 10 - Question de remorquage

woordenlijst
We gaan door met de volgende vijf woorden. Bekijk ze weer goed, zodat je de oefening kunt maken.

Slide 11 - Diapositive


de gegevens  

 verzamelde informatie
=

Slide 12 - Diapositive


de helpdesk  

telefonische hulp bij technische problemen
=

Slide 13 - Diapositive


interactief  

op elkaar kunnen reageren
=

Slide 14 - Diapositive


inzicht krijgen in  

begrijpen hoe iets in elkaar zit
=

Slide 15 - Diapositive


levensgroot  

heel erg groot
=

Slide 16 - Diapositive

Wat is de betekenis van
inzicht krijgen in
A
op elkaar kunnen reageren
B
verzamelde informatie
C
telefonische hulp bij technische problemen
D
begrijpen hoe iets in elkaar zit

Slide 17 - Quiz

Wat is de betekenis van
interactief
A
op elkaar kunnen reageren
B
verzamelde informatie
C
telefonische hulp bij technische problemen
D
begrijpen hoe iets in elkaar zit

Slide 18 - Quiz

woordenlijst
We gaan door met de volgende vijf woorden. Bekijk ze weer goed, zodat je de oefening kunt maken.

Slide 19 - Diapositive


massaal  

met heel veel tegelijk
=

Slide 20 - Diapositive


de media  

middelen om informatie aan anderen door te geven, bijvoorbeeld radio, tv, kranten, internet
=

Slide 21 - Diapositive


het misverstand  

vergissing doordat je elkaar niet begrijpt
=

Slide 22 - Diapositive


de monitor  

 het beeld-scherm
=

Slide 23 - Diapositive


de ondernemer  

  iemand met een eigen bedrijf

Slide 24 - Diapositive

Noem een voorbeeld van
de media

Slide 25 - Question ouverte

Slide 26 - Diapositive

welk woord hoort bij de foto op de vorige slide?

Slide 27 - Carte mentale

woordenlijst
We gaan door met de volgende vijf woorden. Bekijk ze weer goed, zodat je de oefening kunt maken.

Slide 28 - Diapositive


online  

verbonden met internet
=

Slide 29 - Diapositive


opbiechten 

vertellen dat je iets slechts hebt gedaan
=

Slide 30 - Diapositive


registreren  

vastleggen, onthouden
=

Slide 31 - Diapositive


de slaapstand  

sluimerstand, de computer niet helemaal uitzetten
=

Slide 32 - Diapositive


de sociale media  

websites die mensen  kunnen gebruiken om informatie aan elkaar door te geven
=

Slide 33 - Diapositive


Als je iets registreert, dan

Slide 34 - Question ouverte

Welke uitleg hoort bij
opbiechten
A
vertellen dat je iets goeds hebt gedaan
B
vertellen dat je iets slechts hebt gedaan

Slide 35 - Quiz

woordenlijst
We gaan door met de volgende vijf woorden. Bekijk ze weer goed, zodat je de oefening kunt maken.

Slide 36 - Diapositive


universele 

over de hele wereld hetzelfde
=

Slide 37 - Diapositive


veel tijd in beslag nemen  

veel tijd en aandacht opeisen
=

Slide 38 - Diapositive


virtueel 
wat alleen digitaal bestaat
=

Slide 39 - Diapositive


voorlopig

tijdelijk
=

Slide 40 - Diapositive


wijzigen  

veranderen
=

Slide 41 - Diapositive

universele
veel tijd in beslag nemen
virtueel
voorlopig
wijzigen
tijdelijk
wat alleen digitaal bestaat
veel tijd en aandacht opeisen
veranderen
over de hele wereld hetzelfde

Slide 42 - Question de remorquage

Aan het werk
Maak opdracht 3-4-7-8-9
Klaar...oefen online met de woordentrainer

Dit is ook je huiswerk voor de volgende les! 


Slide 43 - Diapositive

1.5 Woorden les 2

Slide 44 - Diapositive

Spoorboekje
  • 10 minuten herhalen met de woordentrainer
  • Uitleg over voorvoegsels
  • Aantekeningen maken
  • Samen oefenen met opdracht 15
  • Zelfstandig aan het werk

Slide 45 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het eind van deze paragraaf:
  • kun je 25 nieuwe woorden gebruiken;
  • weet je wat voorvoegsels zijn.

Slide 46 - Diapositive

Woordentrainer
timer
10:00

Slide 47 - Diapositive

Voorvoegsels
Bij sommige woorden kun je een stukje vóór het woord toevoegen; een voorvoegsel. De betekenis van het woord verandert door een voorvoegsel.

Voorbeeld: onrustig = on (voorvoegsel) + rustig = niet rustig

Slide 48 - Diapositive

voorvoegsel
Een voorvoegsel bestaat niet als apart woord. 
Soms heeft het wel een betekenis:

on- = niet               onduidelijk = niet duidelijk     
her- = opnieuw      herbruikbaar = opnieuw bruikbaar
anti- = tegen          anti muggen = tegen muggen
           

Slide 49 - Diapositive

Aantekeningen
Bij sommige woorden kun je een stukje VOOR het woord plaatsen.
Dat heet een voorvoegsel.
Een voorvoegsel bestaat niet als een apart woord. 
De betekenis van het woord verandert door het voorvoegsel.

on- = niet               onduidelijk = niet duidelijk     
her- = opnieuw      herbruikbaar = opnieuw bruikbaar
anti- = tegen          anti muggen = tegen muggen

           

Slide 50 - Diapositive

Samen oefenen
We oefenen samen wat we geleerd hebben met 
opdracht 15 op bladzijde 58

           

Slide 51 - Diapositive

Opdrachten
Maak nu opdracht 
10-11-12-13
Eerder klaar... woordentrainer

Huiswerk voor de volgende les:
- opdracht 10 t/m 13 van 1.5
- 10 minuten woordentrainer

Slide 52 - Diapositive