Grammar: Past Continuous (verleden tijd, langere vorm)

Lesson Goals
Aan het einde van de les kan ik de juiste vorm van de
"Past Continuous" herkennen en toepassen in 4 of meer zinnen.
Aan het eind van de les kan ik aangeven wanneer ik de
"Past Continuous" of the "Past Simple" in een zin moet toepassen.

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Lesson Goals
Aan het einde van de les kan ik de juiste vorm van de
"Past Continuous" herkennen en toepassen in 4 of meer zinnen.
Aan het eind van de les kan ik aangeven wanneer ik de
"Past Continuous" of the "Past Simple" in een zin moet toepassen.

Slide 1 - Diapositive

Wat weten we van de Past Continuous?

Slide 2 - Question ouverte

Past Continuous
De Past Continuous ('ing- vorm') gebruik je:
- als de handeling in de verleden tijd aan de gang was en op een bepaald moment door een andere handeling werd onderbroken;
Voorbeeld: I was screaming while we hit a roadsign

- als twee handelingen tegelijk aan de gang zijn. 
Je maakt deze door was/were + ww+ ing
Voorbeeld: While I was watching TV, I was also preparing my lunch. 

Slide 3 - Diapositive

Past Continuous
was
                                   of        +  ww   +  ing
were

He was cleaning the house.

Slide 4 - Diapositive

Bij welke personen gebruik je 'was' en bij welke personen gebruik je 'were'?

Slide 5 - Question ouverte

Boris ... English
A
was learning
B
is learning
C
has learned
D
will learn

Slide 6 - Quiz

My friends ... the match on TV
A
have been watching
B
watched
C
were watching
D
are watching

Slide 7 - Quiz

You ... your bag
A
am packing
B
were packing
C
packed
D
will have packed

Slide 8 - Quiz

They ... swimming in the lake
A
are swimming
B
were swam
C
were swimming
D
have swum

Slide 9 - Quiz

I ... a magazine
A
read
B
was reading
C
am reading
D
will read

Slide 10 - Quiz

Your father ... the car
A
will have been repairing
B
is repairing
C
repaired
D
was repairing

Slide 11 - Quiz

Past continuous vs Past simple
    We were baking pie, while Jim arrived.  
     She was panicking, when she heard the bad news.
I was travelling to Africa, when Julie tried to call me.

Slide 12 - Diapositive

Wat geeft een zin aan als je de Past Continuous combineert met de Past Simple?

Slide 13 - Question ouverte

Past Continous en Past Simple




Past Continuous = al aan de gang ( lang)
Past Simple = iets gebeurde (kort)

Slide 14 - Diapositive

Past simple or Past continuous?

I was having a shower.
A
Past simple
B
Past continuous

Slide 15 - Quiz

Was Andrew playing computer games?
A
Past Continuous
B
Simple Past

Slide 16 - Quiz

We sang that song yesterday.
A
Past Simple
B
Past continuous

Slide 17 - Quiz

We ______
(watch) TV when we ______
(hear) a loud noise.
A
were watching - heared
B
was watching - heared
C
were watching - heard
D
was watching - heard

Slide 18 - Quiz

Last year I _____
(visit) Paris and Rome.
A
was visiting
B
visited
C
were visiting
D
visitted

Slide 19 - Quiz

He ____
(work) in the garden when he _____
(find) the money.
A
were working - finded
B
worked - was finding
C
was finding - works
D
was working - found

Slide 20 - Quiz

Ik weet het verschil tussen de past simple en past continuous en kan deze vorm maken en toepassen.
A
ja
B
nee
C
een beetje
D
helemaal niet

Slide 21 - Quiz