In een dorp woont Thomas, een succesvolle boer die hard werkt en trots is op zijn overvloedige oogst. Zijn buurman, Jacob, heeft een kleiner stuk land en veel minder opbrengst. In plaats van Thomas’ succes te bewonderen, moppert Jacob vaak tegen de andere dorpsbewoners:“Het is oneerlijk dat Thomas zoveel heeft. Hij moet zijn winst delen met ons, want wij hebben het moeilijker. Hij is alleen rijk omdat hij geluk heeft gehad met zijn grond.”
De andere bewoners beginnen Thomas te wantrouwen. Ze besluiten samen dat Thomas minder mag vragen voor zijn producten op de markt, zodat iedereen "gelijk" blijft.
- Leg uit in welk opzicht hier sprake is van slavenmoraal en ressentiment.
- Licht toe welke kritiek Nietzsche zou hebben om Jacob.
- Kun jij een andere situatie bedenken waarin mensen eenzelfde soort houding als Jacob gebruiken om anderen naar beneden te halen?