Goede Leven H9.6-9.7: Arendt, lichaamsethiek

Het belichaamde zelf en het goede leven


  • Mensen hebben vrijheid zich op een lichamelijke manier vorm te geven
  • Nietzsche: mens moet verstand gebruiken om zich vorm te geven
  • Maar keuzevrijheid kan omslaan in verslaving
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Het belichaamde zelf en het goede leven


  • Mensen hebben vrijheid zich op een lichamelijke manier vorm te geven
  • Nietzsche: mens moet verstand gebruiken om zich vorm te geven
  • Maar keuzevrijheid kan omslaan in verslaving

Slide 1 - Diapositive

Lichamelijke behoeftes en identiteit
Lichamelijke behoeftes en verlangens...

  • ...hebben een verstandelijke dimensie
  • ...hebben een culturele dimensie
  • ...zijn niet zuiver particulier

Slide 2 - Diapositive

De consumptiemaatschappij
  • Door technologische ontwikkeling vindt er een 'ontlijving' plaats van de maatschappij 
  • Het lichaam wordt een consumptieartikel: 
  1. de markt speelt in op lichamelijke prikkels van genot
  2. gezondheid wordt gekapitaliseerd
  3. met name op virtueel niveau gebruiken we het om een imago te creeëren

Slide 3 - Diapositive

Bentham vs. Kant
Bentham: 
  • Handelen wordt bepaald door het nutsprincipe
  • Mens wordt gedreven door lichamelijke prikkels van genot en pijn

Kant:
  • Handelen wordt bepaald door goede wil (autonomie)
  • Als we ons laten leiden door lichamelijke prikkels zijn we onvrij

Slide 4 - Diapositive

Hannah Arendt (1906-1975)
3 manieren waarop de mens zijn lichaam gebruikt: 
  • arbeiden (produceren om te consumeren)
  • werken (het scheppen van een bestendige menselijke leefwereld)
  • handelen (politiek)

Slide 5 - Diapositive

Hannah Arendt (1906-1975)
De kunstenaar is de enige overgebleven 'werker', maar: 

"De emancipatie van de arbeid heeft arbeiden niet op één lijn gesteld met de andere activiteiten van de vita activa, maar het een nauwelijks betwiste overheersende positie gegeven. Uit een oogpunt van 'de kost verdienen' wordt iedere activiteit die niet onder het hoofd 'arbeiden' valt, een 'hobby'."
(p. 429)

Slide 6 - Diapositive

Hannah Arendt (1906-1975)
Kritiek op Marx: 
"De hoopvolle toekomstverwachtingen, die Marx en de beste leiders van de arbeidersbeweging inspireerden – namelijke dat vrije tijd de mens ten slotte vrij van de noodzaak en animal laborans productief zal maken –, berusten op de illusie van een mechanistische filosofie die uitgaat van de vooronderstelling dat arbeidskracht, evenals alle energie, nooit verloren kan gaan en dus, als ze niet wordt opgebruikt in de strijd om het naakte bestaan, automatisch zal worden aangewend in andere, 'hogere' activiteiten."
(p. 431)

Slide 7 - Diapositive

Hannah Arendt (1906-1975)
"De natuur, gezien door de ogen van animal laborans, is de grote schenker van alle 'goede dingen' die aan al haar kinderen, die '[ze] uit [haar] handen nemen' en ze in arbeid en consumptie 'incorporeren', gelijkelijk toe behoren. Dezelfde natuur, gezien door de ogen van homo faber, de bouwer van de wereld, 'levert slechts het op zichzelf vrijwel waardeloze materiaal', dat pas waarde krijt door de bewerking die het ondergaat. Om te kunnen leven moet animal laborans de goede dingen van de natuur aan haar ontnemen en ze consumeren, alsmede zich te weer stellen tegen de natuurlijke processen van groei en verval. Maar dit leven zou nooit menselijk leven zijn als de mens zich geen tehuis wist te scheppen van dingen die zich door hun duurzaamheid lenen tot gebruik en tot het bouwen van een wereld waarvan de bestendigheid in rechtstreekse tegenstelling staat tot leven."
(p. 433)

Slide 8 - Diapositive

Lichaamsethiek in de Oudheid
Plato en Aristoteles:
  • Drie delen van de ziel: het vegetatieve, het strevende, het denkende
  • Teleologische mensopvatting: als de logos regeert en het streven stuurt, zorgen we op de juiste manier voor ons lichaam en kunnen we geluk bereiken

Slide 9 - Diapositive

Lichaamsethiek in de Oudheid
De Stoa: 
  • Het goede leven is een leven in overeenstemming met de kosmos, je voegen naar de logische structuur, dus de mens moet zich door de rede laten besturen
  • Apatheia als levensideaal: het tot rust brengen van de emoties
  • Onderwaardering van het lichamelijke heeft enorme invloed op het christendom

Slide 10 - Diapositive

Moderne interpretatie
Het thymotische streven
  • Plato / Aristoteles: de menselijke ziel kent, naast de lichamelijke verlangens (epithumia), ook een soort 'hoger streven': de thymos
  • Francis Fukuyama / Pieter Sloterdijk: in het populaire denken over de economie staan de lichamelijke begeerten centraal – onder verwijzing naar het thymotische streven willen ze ruimte maken voor een typisch menselijk verlangen naar 'iets hogers' om tegen de principes van de consumptiemaatschappij in te gaan

Slide 11 - Diapositive

Discussievraag
Zowel Arendt als denkers uit de Oudheid kijken neer op de biologische kant van het menselijk bestaan. Maar we kunnen onze verbondenheid met de natuur als herkomst niet negeren. De mens heeft ook een natuurlijk ritme, of biologische klok. Op welke manieren doet onze maatschappij daar afbreuk aan, of draagt het daaraan bij? Kunnen we daar de kritiek van Arendt en/of de Oudheid op toepassen? 

Slide 12 - Diapositive

Leesvraag
Lees H10 t/m 10.4 (pp.255-68)
Maak voor jezelf onderscheid tussen de in paragraaf 10.4 genoemde verschillende argumentaties m.b.t. het milieudebat, bedenk van elke redeneringsvorm een voorbeeld: 
  1. Antropocentrisch denken
  2. Intergenerationeel denken
  3. Het 'geen lijden'-principe
  4. Denken dat ervan uitgaat dat de natuur intrinsieke waarde heeft
  5. Deep ecology

Slide 13 - Diapositive