4H 2021 flex waterstofbruggen en bindingen

waterstofbruggen
flex over speciale molecuulbindingen
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

waterstofbruggen
flex over speciale molecuulbindingen

Slide 1 - Diapositive

bindingen

Slide 2 - Carte mentale

Welke binding is aanwezig in vloeibaar ijzer?
A
metaalbinding
B
atoombinding
C
ionbinding
D
VanderWaalsbinding

Slide 3 - Quiz

Welke binding wordt verbroken bij de ontleding van natriumchloride (NaCl)?
A
metaalbinding
B
atoombinding
C
ionbinding
D
VanderWaalsbinding

Slide 4 - Quiz

Welke twee bindingen worden gevormd bij de ontleding van natriumchloride (NaCl), waarbij vast natrium Na(s) en gasvormig chloor Cl₂ (g) ontstaat?
A
metaalbinding
B
atoombinding
C
ionbinding
D
VanderWaalsbinding

Slide 5 - Quiz

Welke bindingen zijn aanwezig in het molecuul hexaan (C₆H₁₄)?
A
metaalbinding
B
atoombinding
C
ionbinding
D
VanderWaalsbinding

Slide 6 - Quiz

Welke bindingen zijn aanwezig in vloeibaar hexaan (C₆H₁₄)?
A
metaalbinding
B
atoombinding
C
ionbinding
D
VanderWaalsbinding

Slide 7 - Quiz

Welke bindingen kunnen voorkomen in vloeibaar ethanol?
A
metaalbinding
B
atoombinding
C
ionbinding
D
VanderWaalsbinding

Slide 8 - Quiz

Waar is de sterkte van een VanderWaalsbinding van afhankelijk?
A
kookpunt van de stof
B
massa van het molecuul
C
fase van het molecuul
D
massa van de atomen

Slide 9 - Quiz

waterstofbruggen
komen voor 
tussen moleculen met -OH en/of -NH bindingen
en zorgen voor:
sterkere binding tussen die moleculen
en
voorspellen of een stof oplost in water

Slide 10 - Diapositive

probeer op basis van de molecuulformule te bepalen of een stof watersofbruggen kan maken
formules?
moleculair = niet-metalen
zout = metaal + niet-metaa;
metaal = alleen metalen
geen waterstofbrug
wel waterstofbruggen
NH3
C3H8
C2H5OH
CH3NH2
N2
O2
CH2Cl2
NO2
H2O2
CaCO3
NaCl

Slide 11 - Question de remorquage

Sleep het vinkje naar de stof met het hoogste kookpunt
 
kookpunt
er zijn 2 factoren die een rol spelen:
- aanwezigheid H-bruggen
- massa van de moleculen
CH3OH
H2S
CH3Cl
NH3
C5H12
C4H8I2

Slide 12 - Question de remorquage

teken nu een methanolmolecuul (CH₃OH) en twee watermoleculen (H₂O) en teken waterstofbruggen tussen de moleculen, maak een foto en lever deze in

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

zet de vinkjes op de bindingen die een waterstofbrug kunnen vormen.

Slide 16 - Question de remorquage

Plaats de twee waterstofbrug-gen op de goede plekken
-----
----

Slide 17 - Question de remorquage

teken de waterstofbruggen tussen drie ethanolmoleculen

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

olie met water

Slide 21 - Diapositive

jood in wasbenzine
jood in water

Slide 22 - Diapositive

0

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Vidéo

ethanol
mengt met wasbenzine
mengt met water
jood
olie
glycerine

Slide 25 - Question de remorquage

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

lost op in water
lost op in olie
NH3
C3H8
C2H5OH
CH3NH2
C6H12O6
CH2Cl2
H2O2
C6H6
C2H5OC2H5

Slide 28 - Question de remorquage