Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Herhaling waterstofbruggen
Slide 1 - Diapositive
Programma
herhalingsvragen (quiz)
uitleg emulgatoren
Zelf aan de slag
Slide 2 - Diapositive
Wat weet je nog van voor de vakantie?
Slide 3 - Carte mentale
apolaire binding en polaire binding
tussen H en H zit dezelfde aantrekkingskracht. Het gedeelde e-paar zit in het midden. Geen 'pooltjes'. De binding is apolair.
tussen Cl en H zit verschillende aantrekkingskracht, Cl trekt harder. Het gedeelde e-paar zit NIET in het midden. Er ontstaan 'pooltjes': de binding is polair.
H2
HCl
Slide 4 - Diapositive
Zijn hier waterstofbruggen mogelijk ?
A
Ja, tussen de N-H groep en de C-H groep
B
Ja, tussen de N-H groep van metaanamine en methaan
C
Ja, tussen alle H-atomen zijn waterstofbruggen mogelijk.
D
nee, er zijn geen twee N-H of O-H groepen
Slide 5 - Quiz
Wat zijn in dit plaatje waterstofbruggen?
A
A en B
B
A en C
C
B en C
D
Zowel in A, B als C
Slide 6 - Quiz
Feit: Als ijs smelt in de zon, dan worden er waterstofbruggen verbroken. Het verbreken van waterstofbruggen in ijs is een eigenschap op ...
A
micro niveau
B
macro niveau
Slide 7 - Quiz
Kan alcohol waterstofbruggen vormen?
A
Ja
B
Nee
Slide 8 - Quiz
Kan cocaïne waterstofbruggen vormen?
A
Ja, want het molecuul is polair
B
Ja, want het molecuul is apolair
C
Nee, want het molecuul is polair
D
Nee, want het molecuul is apolair
Slide 9 - Quiz
teken de waterstofbruggen tussen drie ethanolmoleculen
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Diapositive
probeer op basis van de formule te bepalen of een stof waterstofbruggen kan maken
formules?
moleculair = niet-metalen
zout = metaal + niet-metaal
metaal = alleen metalen
geen waterstofbrug
wel waterstofbruggen
NH3
C3H8
C2H5OH
CH3NH2
N2
O2
CH2Cl2
NO2
HOOH
CaCO3
NaCl
Slide 12 - Question de remorquage
Zet de moleculen op volgorde van oplopend kookpunt. Zoek de kookpunten niet op, maar verklaar aan de hand van de structuurformule en betrokken bindingstypen.
CH4 (methaan), C2H6 (ethaan), CH3OH (methanol)
A
methaan, ethaan, methanol
B
ethaan, methaan, methanol
C
methanol, ethaan, methaan
D
methanol, methaan, ethaan
Slide 13 - Quiz
Soort zoekt soort
Polair mengt met polair
apolair mengt met apolair
(en andersom niet)
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Zeep en emulgatoren
Slide 16 - Diapositive
Emulgator/zeep
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Teken op mesoniveau een oliedruppel in water omringd door 5 zeepmoleculen.
Slide 19 - Question ouverte
Slide 20 - Diapositive
Aan de slag
Paragraaf 5.3: 31, 32, 36 en 37 (mocht je deze nog niet hebben gedaan)